Rijke landen moeten initiatief nemen om te innoveren in energie
Het is aan Westerse landen om op zoek te gaan naar alternatieve, duurzame energiebronnen. Dat meldt de website www.groene-stroom.net waarbij software miljardair Bill Gates wordt geciteerd. “Het is noodzakelijk dat vermogende landen op zoek gaan naar efficiëntere methoden om duurzame energie op te wekken, zowel voor de energiesector, maar zeker ook voor transport. Nu al, maar ook de komende tientallen jaren merken we al steeds meer van het broeikaseffect. Als we nu niet innoveren is het te laat en zal de negatieve spiraal niet meer doorbroken kunnen worden.”
Bill Gates laat het niet alleen bij woorden, maar ook daden. Waar veel andere ondernemers claimen dat het vooral een aangelegenheid is voor overheden wijst Bill Gates op de verantwoordelijkheid die het bedrijfsleven heeft om te innoveren en investeren in groene energie. Zo investeert een door hemzelf opgezette stichting in landbouwgewassen, die tegen klimaatverandering goed bestemd zijn. Ook vanuit zijn privé-vermogen laat Gates zich niet onbetuigd met investeringen in batterijen, zonne energie, maar ook kernenergie. Laatgenoemde lijkt volgens Gates niet schoon, maar is wel het meest efficiënt, juist als dat is te verduurzamen ziet hij daar kansen voor de lange termijn.
Bill Gates kaart verder aan dat rijkere landen niet alleen geld moeten geven aan arme landen, maar vooral moeten innoveren in armere landen. “Zomaar geld overmaken werkt niet, dat komt niet altijd goed terecht of werkt alleen op de korte termijn. Regulering is de sleutel, zodat lokale bevolking zonnecellen, windmolens en andere groene energie initiatieven accepteren en gebruiken.”
De leerlingen van Don-Bosco groot-Bijgaarden leerden reanimeren onder toezicht van Rode Kruislesgevers. Afgelopen donderdag 29 Jan. en de week ervoor 22 Jan. werd er door de heer Jochen Wustenberghs (klasverantwoordelijke) voor gezorgd dat de leerlingen van het 1e en 2e jaar (17-18-jarigen) tijdens de lessen een cursus reanimeren en defribilleren konden meemaken.
Het begon eigenlijk al voor nieuwjaar dat Jochen contact zocht met de mensen van het plaatselijke Rode kruis met de vraag of ze het zagen zitten om de hogere klassen een aangepaste cursus reanimeren en defribilleren aan te bieden. Na het samenzitten met de verschillende partijen werd er afgesproken deze cursus te laten doorgaan op donderdag 22 Januari en nogmaals de week daarop 29 Januari telkens een donderdagmorgen van 9u tot 13u.
De les werd gegeven op het niveau van de leerlingen en werd stapsgewijs opgebouwd. Zo werd er uitgegaan van een fictief auto-ongeval en wat daarbij allemaal komt kijken. In de eerste plaats lieten ze de leerlingen hun gang gaan. Zo waren er die onmiddellijk het slachtoffer uit de wagen zouden halen. Anderen gingen onmiddellijk beginnen reanimeren, nog anderen zouden 112 bellen. Kort samengevat iedereen zou wel iets doen en dat alleen al was positief.
Dan was het aan de lesgevers om al dat jong geweld en de drang om te helpen in de juiste banen te leiden. Stap voor stap werd de situatie ontleed en uitgelegd welke de juiste handelswijze is in dergelijke situatie. Zo leerden de leerlingen dat in alle gevallen de “eigen veiligheid” de belangrijkste is, bvb afbakenen van de plaats zodat de hulpverlener niet het slachtoffer kan worden van een bijkomend ongeval en op die manier geen hulp meer zou kunnen bieden.
Als ze de vier stappen van de hulpverlening onder de knie hadden was het de beurt om deze in praktijk te brengen op de pop (rescue Anne). Die vier stappen zijn veiligheid, toestand slachtoffer, 112 bellen of laten bellen en tenslotte verder werken als eerste hulpverlener in dit geval reanimeren met- en zonder AED (automatische externe defibrillator) en mondmasker.
Zo konden de leerlingen zelf ondervinden dat reanimeren van een slachtoffer veel kracht en inspanning vergt. Omstreeks 12.40u was er nog een kleine wedstrijd tussen een aantal leerlingen onderling om 10 min te reanimeren Ook de lesgevers namen deel.
De leerlingen deden zo goed hun best dat de wedstrijd op onbeslist eindigde. Maar het uiteindelijke doel zoveel mogelijk mensen leren reanimeren was wel het belangrijkste van deze les. Om de leerlingen te belonen voor hun inzet ontvangen ze eerstdaags van het Rode Kruis nog een getuigschrift “reanimeren en defibrilleren”.
Rookmelders… het verschil tussen leven en dood
In België vallen veel meer doden bij woningbranden dan in onze buurlanden. In 2014 kwamen in ons land 69 mensen om het leven bij een brand. Opvallende vaststelling daarbij is dat slechts 43% van de Vlaamse huizen over een rookmelder beschikt, waar dit in Nederland 68% en in het Verenigd Koninkrijk zelfs 89% is. Nochtans kunnen goed geplaatste en goed functionerende rookmelders bewoners snel alarmeren bij een brand en – tegen een heel beperkte kostprijs – heel wat levens redden. Vlaams volksvertegenwoordiger Katrien Partyka: “Gezien de cijfers is de toepassing en controle van de bepalingen van de regelgeving letterlijk van levensbelang.”
Vlaanderen beschikt over het decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen waarmee de – weliswaar – gefaseerde verplichting werd ingevoerd voor de installatie van optische rookmelders. Zo moeten alle nieuw te bouwen woningen en alle woningen waaraan werken worden uitgevoerd en waarvoor een stedenbouwkundige vergunning nodig is met rookmelders worden uitgerust. Alle sociale huurwoningen moeten uiterlijk vier jaar na de inwerkingtreding van het decreet over een rookmelder beschikken. Dat betekent dat op dit moment alle sociale woningen gebouwd voor 1970 uitgerust moeten zijn met een rookmelder. Vanaf eind dit jaar zouden ook alle sociale woningen gebouwd voor 1980 uitgerust moeten zijn met rookmelders. Voor alle private huurwoningen geldt een invoeringstermijn van uiterlijk zes jaar. Het is onduidelijk of die deadlines gehaald worden.
De minister van wonen geeft aan dat de handhaving van het decreet moeilijk is en dat ze niet beschikt over instrumenten om de naleving ervan te bewaken. Vlaanderen heeft met andere woorden geen zicht op de plaatsing van de rookmelders die volgens de regelgeving verplicht zijn. De minister wil wel inzetten op preventie en sensibilisering door provincies en gemeenten, en dat is mooi, maar niet voldoende.
Katrien Partyka: “De verplichting om rookmelders te plaatsen moet gehandhaafd worden. Voor privéwoningen en nieuwbouw moet de minister bekijken hoe plaatsing van rookmelders kan worden afgedwongen. Ook voor privé huurwoningen moeten er garanties geboden worden op snelle en kordate invoering en controle op rookmelders. Dit is een zaak op leven en dood.”
Stad Aalst plant inspraakvergaderingen Grote Baan in Herdersem
De stad Aalst is volop bezig met de plannen voor de herinrichting van de Grote Baan met onder andere de aanleg van fietspaden. “In februari zullen de diensten van de bevoegde schepenen van openbare werken en mobiliteit, Ann Van de Steen (SD&P) en Dylan Casaer (SD&P), de plannen voorleggen aan de handelaars en aan de bewoners”, weet gemeenteraadslid Cathy Grysolle (SD&P). “Eventuele bemerkingen of suggesties kunnen dan meegenomen worden.”
Nog dit jaar zouden de riolerings- en wegenwerken starten aan de Grote Baan in Herdersem. Raadslid Grysolle is blij dat er eindelijk een oplossing komt voor deze doorgangsweg in het hart van het dorp. “Belangrijk is de veilige en vlotte fietsverbinding vanuit Herdersem naar Aalst”, zegt ze. “Tegelijkertijd wordt het dorpscentrum veiliger en aantrekkelijker. Er komen ook nieuwe parkeerplaatsen bij waardoor de leefbaarheid voor de handelaars verzekerd wordt. Als geboren Herdersemse kan ik hier alleen maar heel blij mee zijn. Dankzij de werken zal ons dorp opgewaardeerd worden en blijft het leefbaar voor iedereen.”
De diensten van schepenen Casaer en Van de Steen komen de plannen in Herdersem toelichten. “Op 10 februari zullen de handelaars uitgenodigd worden en op 25 februari de omwonenden”, besluit Cathy Grysolle.
Céline en Yasmine uit Aalst
Mechelen, 31 januari 2015 – Céline Binard en Yasmine Blommaerts van het Sint-Jozefscollege uit Aalst stromen door naar de kwartfinale van de BBC and Telenet Public Speaking Awards 2015. Een recordaantal van 241 leerlingen uit alle hoeken van het land schreven zich in voor de awards, maar slechts 96 kunnen een ticket naar de kwartfinale bemachtigen. Deze vindt plaats op 14 maart in Mechelen. Zal één van deze leerlingen uit Aalst de titel van ‘best public speaker’ op zijn naam schrijven?
Ticket naar kwartfinale op zak
Voor het achtste jaar op rij starten Telenet en BBC Worldwide de zoektocht naar de beste Engelse spreker tijdens de BBC and Telenet Public Speaking Awards. De BBC and Telenet Public Speaking Awards is een wedstrijd die jongeren tussen 16 en 20 jaar de kans geeft om zich te bekwamen in het spreken in het openbaar (in het Engels) en hun mening te geven over actuele onderwerpen die jongeren van vandaag bezig houden.
De deelnemers bereiden een speech voor over een bepaald onderwerp die vijf minuten mag duren. Die dragen ze dan voor aan een jury en publiek. Daarna legt een question team tijdens een vragenronde de studenten het vuur aan de schenen. Een jury evalueert de kandidaten op presentatie, inhoud en argumentatie.
Tijdens deze voorronde Céline en Yasmine met hun speech over ‘Education kills creativity’ de deskundige jury overtuigen. Tijdens voorronde twee en drie zullen de overige deelnemers proberen een van de felbegeerde tickets naar de kwartfinale in de wacht te slepen. In totaal stromen 96 leerlingen door naar de kwartfinale.
Voorrondes leiden naar finale
Drie voorrondes zullen vooraf gaan aan de kwartfinale en de halve finale:
Eerste voorronde (vandaag 31/01): ICC Gent
Tweede voorronde (7/02): ICC Gent
Derde voorronde (28/02): ICC Gent
Kwartfinale (14/03): Lamot Mechelen
Halve finale (21/03): ICC Gent
Op zaterdag 28 maart 2015 vindt de nationale finale plaats in San Marco Village, te Schelle. Na een intensieve week van trainingsessies en workshops over debatteren en spreken in het openbaar zullen 10 finalisten strijden voor de titel van ‘Best Public Speaker’.
Winnaar finale naar internationale wedstrijd in Londen
De winnaar van de nationale wedstrijd zal ons land op 16 mei 2015 in Londen vertegenwoordigen op de International Public Speaking Competition (IPSC). Hij/zij zal het tijdens deze internationale wedstrijd opnemen tegen landsfinalisten uit meer dan 60 verschillende landen. Ons Belgisch talent zal een speech houden rond het thema ‘Culture is not a Luxury, But a Necessity’, alsook een geïmproviseerde speech geven over een thema dat hij/zij ter plaatse zal uitkiezen.
Keuningske is Prins Karnaval Ledeberg 2015 – Resultaat Prinsverkiezing.
In de polyvalente zaal van het Gentbrugse dienstencentrum is Pascal Deconinck (Keuningske). kandidaat van karnavalgroep Dutsenclub, zondagnacht vroeg tot Prins Karnaval Ledeberg 2015 gekroond.
De 3 kandidaten voor de Ledebergse prinstitel waren:
• Alain (Alain Geldhof), die voor De Buit’nlupers in de karnavalsarena trad
• Christophe (Christophe De Buysscher), die BTLK (Boterlekkers) vertegenwoordigde.
• Keuningske (Pascal Deconinck), die de eer van de Dutsenclub hoog hield.
De zaal was weken vooraf uitverkocht en tot in de nok gevuld met enthousiaste karnavalisten die hun kandidaat om ter luidst wilden steunen.
De strijd verliep zeer spannend. Na de kennisproef en de praktische proeven was er wel al een verschil in het voordeel van Keuningske . Hij verzamelde 160 punten, terwijl Alain er 125 en Christophe er 115 op de teller hadden staan.
Het waren de presentatie- en showproeven die de beslissing moesten brengen. Opvallend hierbij was alweer de hoge kwaliteit en de amusementwaarde van alle 3 de showproeven. De kandidaten verrasten het publiek met hun komisch talent.
De drie shows hadden telkens een verschillend en soms verrassend concept.
Van de jury kreeg Alain 587 punten. Christof verzamelde 633punten. Ook daar spande Keuningske de kroon met 683 punten.
De publieksstemmen van de aanwezige karnavalisten toonden grotendeels dezelfde trend : 61 stemmen voor Alain, 129 voor Christophe en 129 voor Keuningske.
Dit gaf de volgende einduitslag :
Alain : 773 punten
Christophe: 877 punten
Keuningske 972 punten
Voor Keuningske is het de tweede prinsentitel, want ook in 2010 behaalde hij de eretitel.
Prins Keuningske zal de komende weken Ledeberg Karnaval vertegenwoordigen op tal van karnavaleske feesten en zal natuurlijk het voortouw nemen op de 30ste Ledebergse karnavalstoet op zaterdag 28 februari e.k.
Levensgevaarlijke Superman xtc nog steeds in omloop zegt het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid
Er zijn levensgevaarlijke xtc-pillen met een zeer hoge dosering van de levensgevaarlijke stof PMMA (para-methoxymethamfetamine) in omloop in verschillende landen in West-Europa, waaronder België. Zo werden deze tabletten reeds aangetroffen in Nederland in december 2014 en deze week nog in Spanje in Madrid. Ook in het Verenigd Koninkrijk werden deze tabletten reeds gevonden en waren er minsten 4 doden te betreuren.
De minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en het Belgian Early Warning System on Drugs (BEWSD) van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV-ISP) waarschuwen nogmaals voor het gevaar van de zogenaamde ‘Superman’-xtc. Deze roze schildvormige pil, met het logo van Superman erop bevat een ongewoon hoge dosis van het dodelijke PMMA (para-methoxymethamfetamine). Daarnaast zijn er vrijwel identiek uitziende tabletten op de markt, die een hoge dosis van de minder toxische, werkzame stof MDMA (methyleendioxymethamfetamine) bevatten, die aanwezig is in ‘normale’ xtc-tabletten. Op het zicht kunnen de PMMA en MDMA tabletten dus niet van elkaar onderscheiden worden.
Het gevaar met pillen waar PMMA in zit, is dat het effect van deze stof veel later optreedt, waardoor gebruikers denken dat ze een lage dosis MDMA binnen te hebben en dus meerdere tabletten kunnen innemen. Uren na het innemen van deze tabletten kunnen ernstige lichamelijke klachten optreden zoals een verhoogde hartslag en extreem hoge lichaamstemperatuur. Dat kan in vele gevallen dodelijk zijn.
Het WIV-ISP wijst er nogmaals op dat veilig druggebruik in deze niet bestaat, en raadt dan ook aan om alle xtc-tabletten te vermijden. Verder heeft het alle instellingen voor verslavingszorg, toxicologische laboratoria, medische diensten en gerechtsartsen op de hoogte gesteld. Zij zijn in opperste staat van alertheid en zijn zich bewust van de situatie.
SOA-sensibilisering werkt – nood blijft hoog
Uit een schriftelijke vraag van Vlaams volksvertegenwoordiger Joris Poschet blijkt dat het aantal registraties van seksuele overdraagbare ziektes (chlamydia, gonorroe en syfilis) de voorbije tien jaar spectaculair steeg. Zowel in Vlaanderen, Wallonië als Brussel worden meer gevallen van chlamydia, gonorroe en syfilis gedetecteerd. “Dat betekent dat preventie en sensibilisering werken. Meer mensen laten zich testen, waardoor de problematiek steeds beter in kaart kan worden gebracht. Laagdrempeligheid en preventie blijven de sleutelbegrippen in de strijd tegen soa’s,” aldus Poschet.
Vlaams volksvertegenwoordiger Joris Poschet vroeg Vlaamse minister van Welzijn Jo Vandeurzen de cijfers over de drie meest voorkomende bacteriële soa’s: chlamydia, gonorroe en syfilis. “Deze bacteriële soa’s zijn in tegenstelling tot virale soa’s zoals HIV relatief makkelijker behandelbaar. Snelle detectie kan veel ongemakken voorkomen en zelfs levens redden. Daarom is naast preventie ook inzetten op registratie erg belangrijk,” verduidelijkt Poschet.
Uit de cijfers blijkt dat de inspanningen op dat vlak lonen. Zo steeg het aantal geregistreerde gevallen van chlamydia in Vlaanderen van 8,3 naar 45,7 per 100.000 inwoners tussen 2002 en 2013. In Brussel werden er in 2002 31,1 gevallen per 100.000 inwoners geregistreerd. In 2013 waren er dat al 99,1. Voor gonorroe verdrievoudigt het aantal geregistreerde gevallen in Vlaanderen van 3 naar 9,1 en verviervoudigt bijna in Brussel van 5,9 naar 20,9.
Maar de belangrijkste stijging doet zich voor bij syfilis. Daar is er voor zowel Vlaanderen als Brussel sprake van een vertienvoudiging van het aantal geregistreerde gevallen tussen 2002 en 2013. Voor Vlaanderen van 0,9 naar 8,2, voor Brussel van 2,6 naar 28,4.
Wat HIV-infecties betreft is er een daling merkbaar met 9% in 2013 in vergelijking met 2012: er werden 1115 nieuwe hiv infecties gediagnosticeerd, wat overeenstemt met gemiddeld 3 nieuwe registraties per dag.
Toch blijft dit hoog. Daarom pleit Poschet voor de invoer van een mobiele, snelle HIV-test met specifieke aandacht voor kwetsbare milieus. Dit bestaat al in de Parijse homobuurt en kent succes.
“Seksueel overdraagbare aandoeningen bevinden zich nog steeds in de taboesfeer. Organisaties als Sensoa en Pasop vzw leveren op dat vlak schitterend werk. Ook het Instituut voor Tropische Geneeskunde biedt op het terrein de mogelijkheid tot een soa-speekseltest, en verhoogt daardoor het bereik van de belangrijkste risicogroepen: homomannen en mensen van Subsaharaanse afkomst. De verhoogde registratie bewijst dat de cultuursensitieve aanpak, waarbij gefocust wordt op risicogroepen vruchten afwerpt. De cijfers zijn echter een duidelijke wake-up call: we zijn er nog lang niet. De komende jaren moeten we blijven investeren in soa-preventie, met bijzondere aandacht voor Brussel en de steden. Indien we dit niet doen, krijgen we de verspreiding van soa’s nooit onder controle,” waarschuwt Joris Poschet.
Voetbal eindelijk teruggeven aan supporters
Problemen tussen het bestuur van Racing Genk en de Genk-supporters, Standard-supporters die op voorzitter Duchatelet jagen, RAFC in financiële problemen, Standard-tifo’s passeren hun clubbestuur en schofferen vriend en vijand met een walgelijk spandoek in de tribunes, … En met de financiële problemen van de voetbalbond is de malaise intussen zelfs doorgedrongen tot de top van de Belgische voetbalwereld. Voetbal komt de laatste tijd vooral negatief in het nieuws. Zakelijke en financiële belangen overschaduwen goed bestuur en verdringen het sportieve feest en de fair play naar de achtergrond.
CD&V-fractieleider Koen van den Heuvel ziet een oplossing in participatie van supporters in het bestuur van de voetbalclubs, en bereidt een initiatief voor. Hij neemt het supportersinitiatief Act As One tot voorbeeld: “De liefde voor het voetbal in het algemeen, en hun club in het bijzonder, zal ervoor zorgen dat sportbeleving opnieuw centraal komt te staan, en niet langer de enorme financiële belangen van bestuurders en investeerders.”
Iedere voetballiefhebber weet dat voetbal meer is dan een bedrijf. Voetbalclubleven is een samenspel van de sport zelf, de (logistieke) organisatie van de club, het zakelijke aspect en – niet in het minst – het supportersgebeuren. Als deze 4 elementen in evenwicht zijn, is het duurzame voortbestaan van een club verzekerd. Alleen blijkt uit recente incidenten dat dit evenwicht veelal zoek is, met alle gevolgen van dien.
Toch ligt een oplossing voor de hand. In Duitsland en Zweden worden supporters als belangrijke stakeholders betrokken bij het bestuur van de voetbalclub. Supporters zijn niet uit op financiële quick-wins, zijn niet gedreven door geldzucht of winstmaximalisatie. Supporters hebben één doel: hun club zien leven, zien bloeien, zien groeien. Voorbeelden van topclubs Schalke04 en Manchester tonen aan dat dit sportieve prestaties niet in de weg staat, in tegenstelling! De medeverantwoordelijkheid van supporters versterkt de verantwoordelijkheidszin en het sociale weefsel rond de club in de meest brede zin. Op die manier worden financiële avonturen en negatieve uitwassen zoals we laatst op de tribunes van Standard mochten aanschouwen voorkomen.
Al in 2013 vroeg CD&V de Vlaamse regering om te onderzoeken wat in deze optiek wettelijk mogelijk is. Dit onderzoek is nu afgerond. Vandaag ondervroeg Koen Van den Heuvel de minister van Sport naar de resultaten van deze studie. Op basis daarvan wil hij het debat over supportersparticipatie helemaal opentrekken: “Ik ben zelf een voetbalsupporter en vind dat liefde voor club moet voorgaan op winstbejag. Medeverantwoordelijkheid van supporters houdt clubs financieel en sociaal gezond omdat hun kloppend supportershart de huidige bedrijfslogica verdringt.”
“De studie maakt duidelijk wat wettelijk mag. We moeten dit maximaal benutten. Het is hoog tijd dat de voetbalsport wordt teruggegeven aan de supporters,” besluit Van den Heuvel.
Op 12 februari bespreekt de commissie sport de studie ten gronde. Op basis daarvan wil CD&V het voortouw nemen en snel uitmaken welk politiek initiatief noodzakelijk is.
Van Volcem(Open VLD): “Komende 15 jaar duidelijk verstedelijking, vergrijzing en kleinere huishoudens”
De studiedienst van de Vlaamse Regering maakte vandaag cijfers bekend over de evolutie van de bevolking. “Deze projecties tonen de evolutie van de bevolking en de huishoudens voor de periode 2015 tot 2030.” verduidelijkt Mercedes Van Volcem, voorzitter van de commissie Binnenlands bestuur en verstedelijking. Van Volcem onderzocht enkele details en geeft toelichting bij de toekomstige samenstelling van de Vlaamse steden en gemeenten. “De vergrijzing en verstedelijking zal zich de komende 15 jaar verder doorzetten. Ook de steeds kleiner wordende aantal huishoudens is bepalend. Dat biedt heel wat uitdagingen in de zorg, bij het realiseren van een aantrekkelijke dynamiek in de steden en de bestrijding van armoede.”
De Studie stelt vast dat in 9 op de 10 gemeenten de bevolking de komende 10 jaar stijgt. In 35 gemeenten zal het inwoneraantal afnemen. In Brugge stijgt het aantal lichtjes tot 2020 waarna het stagneert tot 2030. Vooral Antwerpen, Gent & Vilvoorde kennen een grote bevolkingsgroei.
De komende tien jaar stijgt het aantal 65+’ers in alle gemeenten. In de meerderheid van de gemeenten stijgt dat aantal tussen de 10 en 30%. Het aandeel ouderen groeit wel sterk in de meeste kustgemeenten en gemeenten in de provincies Limburg en Antwerpen.
Het aantal 20 tot 65 jarigen daalt in de meeste gemeenten. “De actieve bevolking wordt kleiner en dat zal zijn effecten hebben op de inkomens van vele gemeenten. Ik kan hen enkel maar aanraden om hier in de meerjarenplannen en het beleid rekening mee te houden.” aldus Van Volcem. “Ook de nataliteit daalt in heel wat gemeenten, te merken aan het aantal verwachte 0 tot 2-jarigen. Voornamelijk in Limburgse maar ook in Oost-Vlaamse en West-Vlaamse gemeenten. Dit kan effecten hebben voor de kinderopvang en de scholen.”
Ook de oudste ouderen nemen toe. Het aantal alleenwonende 80+’ers stijgt voornamelijk in de kustgemeenten, de Antwerpse Noorderkempen en heel wat Limburgse gemeenten. Dit staat in schril contrast met de steden Antwerpen, Gent & Mechelen waar een daling wordt vastgesteld. “Dit heeft grote implicaties voor de rust- en verzorgingssector. Een evolutie waar niet alle gemeenten al goed zijn op voorbereid.” aldus Van Volcem.
“De rijkdom van het cijfermateriaal dat hier beschikbaar is, zorgt voor heel wat mogelijkheden om op langere termijn beleid uit te stippelen. De komende jaren zullen op basis van deze gegevens heel wat studies volgen die inzichten geven over verschillende beleidsmateries.” besluit Van Volcem.