Huisvestingsmaatschappijen moeten sociale woning van gevangenen kunnen opzeggen
Wie veroordeeld wordt tot een langdurige gevangenisstraf kan zijn sociale woning niet verliezen. De Vlaamse Regering wil dit mogelijk maken, maar de federale regelgeving verhindert dat voorlopig. Dat blijkt uit een antwoord van Vlaams minister van Wonen Liesbeth Homans aan Marc Hendrickx. “Met 100.000 wachtenden op een sociale woning is het absurd dat panden jarenlang leegstaan. Gevangen die een langdurige straf uitzitten, moeten plaats maken voor mensen die echt nood hebben aan sociale woningen”, zo stelt Marc Hendrickx. Kamerlid Sophie De Wit en Vlaams Parlementslid Marc Hendrickx slaan de handen in elkaar om hier een einde aan te maken.
Een sociale huurder die voor jaren achter de tralies verdwijnt, verliest niet automatisch zijn sociale woning. De gevangene kan spontaan zijn huur opzeggen, maar zou net zo goed kunnen besluiten zijn pand te behouden en illegaal verder te verhuren. De huisvester kan zulke praktijken niet voorkomen, want die weet niet eens dat haar huurder opgesloten zit: de federale SIDIS-databank meldt hen dat pas na de vrijlating.
“De Vlaamse Regering wil het sociaal huurcontract met een langdurig gedetineerde opzegbaar maken op basis van de Wooncode, uiteraard rekening houdend met diens gezinssituatie. Helaas bepaalt de federale wetgeving dat zelfs wie jaren in de cel zit beschouwd moet worden als ‘tijdelijk afwezig’, waardoor opzegging dus onmogelijk is. Die lacune in de wet wil ik op aangeven van collega Hendrickx nu aanpakken in de Kamer”, aldus Kamerlid Sophie De Wit.