Voka en VCB zeer bezorgd over nieuwe omzendbrief Schauvliege
Voka en de Vlaamse Confederatie Bouw zijn zeer bezorgd over de nieuwe omzendbrief van minister van omgeving, natuur en landbouw Schauvliege, die Vlaanderen opdeelt in bebouwde en onbebouwde gebieden. Nieuwe ruimtelijke begrippen worden ingevoerd waaraan drastische maatregelen gekoppeld zijn. Dit zorgt voor grote onrust bij bedrijven en eigenaars, en brengt de rechtszekerheid in gedrang. Voka en VCB vragen op korte termijn overleg met de minister.
Op 7 juli 2017 werd de omzendbrief RO 2017/01 betreffende een gedifferentieerd ruimtelijk transformatiebeleid in de bebouwde en onbebouwde gebieden op de website van Ruimte Vlaanderen geplaatst. In de omzendbrief lezen we dat de minister compleet nieuwe begrippen en nieuwe doelstellingen invoert.
Concreet worden er 2 nieuwe termen geïntroduceerd, met name de “bebouwde gebieden” en de “onbebouwde gebieden”. De bebouwde gebieden vallen samen met de stedelijke gebieden, geselecteerde kernen en overige woonconcentraties en de bedrijventerreinen. Alle gebieden gelegen buiten de bebouwde gebieden worden als onbebouwd beschouwd. Met andere woorden, aan de hand van deze omzendbrief worden nieuwe gebieden gedefinieerd zonder rekening te houden met de huidige bestemming conform bestaande gewestplannen.
Voka en de Vlaamse Confederatie Bouw zijn zeer bezorgd over deze omzendbrief. “Net zoals het geval was bij de invoering van de boskaart, zorgt deze omzendbrief opnieuw voor onrust bij bedrijven en eigenaars, en wordt de rechtszekerheid van eigenaars en investeerders volledig ondermijnd”, aldus Marc Dillen van de Vlaamse Confederatie Bouw en Hans Maertens van Voka. Aan de indeling “bebouwde” en “onbebouwde” gebieden worden specifieke maatregelen en voorwaarden gekoppeld aan de hand waarvan vergunningsaanvragen zullen moeten worden beoordeeld. Zo zal er maar een vergunning worden verleend voor projecten in onbebouwde gebieden nadat er een behoefte- en voorzieningenstudie wordt uitgevoerd waaruit de ruimtelijke haalbaarheid van het plan of project moet blijken. Bovendien moet de vergunningsaanvrager aantonen dat het te realiseren gebouw/project niet op een andere locatie gerealiseerd kan worden. Concreet betekent dit dat eigenaars die wensen te bouwen in woonzone welke gelegen is in onbebouwd gebied, geen vergunning meer zullen krijgen. Ook de realisatie van bedrijven industrieterreinen in onbebouwde gebieden wordt onmogelijk gemaakt.
Bovendien stellen Voka en VCB zich vragen bij de legaliteit van deze omzendbrief. Aangezien deze omzendbrief veel verder gaat dan het louter interpreteren van bestaande wetgeving, is het zeer waarschijnlijk dat de nieuwe omzendbrief de wettigheidstoets niet zal kunnen doorstaan bij de Raad van State.
Overschakelen naar een ruimtelijke ordeningsbeleid waarbij verdichting van wonen en werken hoog in het vaandel gedragen wordt, zal in ieder geval veel tijd in beslag nemen. Een gezonde en comfortabele verdichting vergt zeer veel voorbereidingstijd en studiewerk. Beleidsbeslissingen die deze verwevenheid wensen te stimuleren, kunnen dan ook enkel tot stand komen mits voorafgaande grondige analyse van de effectieve netto voorraad aan ruimte voor wonen, werken en mobiliteit, en een meer realistische inschatting van de bestaande toekomstige behoeften. Zeker wat de behoefte aan ruimte voor werk betreft, ontbreekt dit soort behoeftenstudie op dit ogenblik volledig. Enkel op die wijze kan een monitoring gebeuren van de vooruitgang die zal worden gemaakt in verdichting, met respect voor de open ruimte.
Voka en VCB vragen op korte termijn overleg met de minister. Rechtszekerheid, eigendomsrechten, werkgelegenheid en betaalbaar wonen mogen in geen geval in gedrang komen als gevolg van de omzendbrief.