In 2016 vonden er 745 verkeersongevallen met elektrische fietsen plaats waarbij de fietser een lichamelijk letstel opliep. Dat blijkt uit cijfers van de geïntegreerde politie die CD&V- Kamerlid Jef Van den Bergh opvroeg. Dit is een stijging tegenover 2015, waar er 518 ongevallen geregistreerd werden.
Sinds augustus 2014 kan je op het verkeersongevallenformulier ook ongevallen met elektrische fietsen registreren. Dankzij deze toevoeging zijn er nu statistieken beschikbaar over het aantal ongevallen met elektrische fietsen, wat belangrijk is voor het verkeersveiligheidsbeleid. Hieruit blijkt dat in 2016 745 fietsers met een elektrische fiets betrokken waren bij een verkeersongeval waarbij ze ook lichamelijke schade opliepen. Er vielen 8 dodelijke slachtoffers. In 2015 waren er 518 ongevallen met lichamelijke schade en stierven er 9 fietsers. Let wel, het gaat enkel om geregistreerde verkeersongevallen.
Vandaag zijn er nog geen aparte cijfers beschikbaar voor speed pedelecs, maar deze categorie wordt vanaf deze maand, juni, apart geregistreerd. Het wordt dan namelijk mogelijk om de soort elektrische fiets en om ook andere voortbewegingstoestellen, zoals monowheels, aan te kruisen op het formulier. “Dat is een goede zaak. Om te weten hoe gevaarlijk deze voertuigen net zijn op de weg, zijn specifieke cijfers nodig. Dankzij deze aanpassing zullen er dus aparte cijfers voor speed pedelecs worden bijgehouden.”, verduidelijkt Van den Bergh.
Augustus gevaarlijkste maand
Uit de cijfers blijkt dat de meeste dodelijke slachtoffers in augustus vielen. Ook de meeste letselongevallen vielen in deze maand, samen met september, plaats. Ze zijn samen goed voor zo’n 218 ongevallen. In 538 van de ongevallen was er een ander voertuig, zoals een auto, betrokken. Daarnaast waren er in 2016 73 ongevallen met andere fietsers en 72 ongevallen waarbij geen ander voertuig bij betrokken was.