Dieselgate: Europees Parlement laat kans op onafhankelijke controle uitstootnormen liggen
Het Europees Parlement heeft een reeks aanbevelingen van de Dieselgate-onderzoekscommissie goedgekeurd, maar heeft de oprichting van een onafhankelijk controleagentschap verworpen. Europarlementslid Mark Demesmaeker, die tevens ondervoorzitter was van de onderzoekscommissie, reageert met gemengde gevoelens: “Het Parlement heeft vandaag aan de burgers getoond dat we hen niet laten stikken en dat we komaf willen maken met het structurele falen dat Dieselgate heeft blootgelegd. Niettemin werd er jammer genoeg geen meerderheid gevonden voor een onafhankelijk EU-agentschap dat voor een sterker markttoezicht zou gezorgd hebben. Hoewel ik de specifieke conclusies en aanbevelingen toejuich, eindigt mijn Dieselgate-onderzoek deels met een wrange nasmaak.”
Demesmaeker beschouwt een dergelijk agentschap als een belangrijk element om een nieuwe Dieselgate te vermijden: “Zonder controle, toezicht en handhaving zijn zelfs de strengste normen papieren tijgers. Een sterker markttoezicht is essentieel, net als onafhankelijkheid en transparantie. In deze specifieke context had dit agentschap de beste garanties geboden om politieke beïnvloeding uit te sluiten. Voor het spoorwegverkeer, zee- en luchtvaart, zijn er overigens al EU-agentschappen. Bovendien was het niet de bedoeling dit te financieren met belastinggeld, maar wel met bijdragen vanuit de sector.”
Anderzijds is Demesmaeker wel tevreden dat het eindrapport erg kritisch is voor alle betrokkenen: “Geen lessen trekken uit Dieselgate zou simpelweg onaanvaardbaar zijn. Het zou bovendien de groene geloofwaardigheid van de EU verder ondermijnen. Anderhalf jaar na het uitbreken van Dieselgate, blijkt immers duidelijk dat dit schandaal voor de volksgezondheid had kunnen en moeten vermeden worden. De grote verschillen tussen de uitstoot van wagens in het laboratorium en op de weg waren bekend én er waren duidelijke aanwijzingen van mogelijke fraude. Toch werd geen actie ondernomen om het structurele probleem krachtdadig aan te pakken. Integendeel, de invoering van effectieve praktijktesten werd aanzienlijk vertraagd. Onverantwoordelijke lidstaten en een nalatige Europese Commissie schoven de volksgezondheid opzij. Vooral zwakke weggebruikers en kinderen worden hierdoor getroffen. Slechte luchtkwaliteit maakt burgers doodziek: in Europa sterven naar schatting jaarlijks 75.000 burgers vroegtijdig door stikstofdioxide, voornamelijk afkomstig van vervuilende dieselauto’s.”
Volgens Demesmaeker is uit het werk van deze onderzoekscommissie gebleken dat alle technologie beschikbaar is om de vooropgestelde normen voor stikstof vandaag al te bereiken: “Ook in reële rijomstandigheden en zonder een negatieve impact op de CO2-uitstoot. Het is onbegrijpelijk en onaanvaardbaar dat sommige lidstaten en ook de automobielsector zelfs nu nog op de rem blijven staan. Hun vertragingsmanoeuvres moeten stoppen. De bescherming van volksgezondheid en milieu is immers een gedeelde maatschappelijke verantwoordelijkheid.”
