Stuurt Brussel aan op Bruxit?
“Een hypotheek op de internationale en diplomatieke geloofwaardigheid van Brussel en België”, reageert Brussels N-VA-fractievoorzitter Johan Van den Driessche ontzet op het nieuws dat Brussel het CETA-akkoord zou afwijzen. “Met deze houding zet Brussel zichzelf buitenspel. Is een Bruxit in de maak?”
7 jaar nadat het Brussels parlement een onderhandelingsmandaat heeft gegeven aan de EU en twee jaar na het afsluiten van de onderhandelingen lijkt het erop dat Brussel het handelsakkoord tussen Canada en de EU (CETA) wil torpederen.
“Dit is een gigantische blamage voor België maar ook voor Brussel zelf, want zo dwarsboomt het Brussels gewest het Europees handelsbeleid”, vervolgt Van den Driessche. “De economische gevolgen van het weigeren van dit CETA-handelsakkoord zullen gigantisch zijn. Maar daar lijken de Brusselse beleidsmakers zich niets van aan te trekken. Het argument van minister Vanhengel (Open VLD) dat er geen groen licht wordt gegeven zolang het debat niet is uitgeput is trouwens nonsens als het debat wordt gevoerd met foutieve informatie en ideologische vooroordelen.”
“Bovendien komt Brussel terug op een gegeven woord en op een diplomatiek engagement. Als Brussel haar geloofwaardigheid zo grondig begraaft wat helpen dure imago-campagnes dan nog?”, vraagt Van den Driessche zich af.
Tenslotte begrijpt Van den Driessche niet dat Open VLD en CD&V laten begaan. “Omdat er blijkbaar geen overeenstemming kan worden gevonden op regeringsniveau moet het Brussels parlement dan maar beslissen, waar vele partijen de hete adem voelen van PTB. De eindstemming kan nu al worden voorspeld. Ik roep daarom Open VLD en CD&V op om hiervan een regeringszaak te maken. Het imago van Brussel en dit land maar ook de mogelijke negatieve impact op economisch vlak zijn belangrijk genoeg om hiervan niet af te wijken. Ik heb dan ook de voorzitter van het parlement, die tevens voorzitter is van de commissie Europese aangelegenheden, hierover vandaag gevraagd om de commissie zo snel mogelijk in bijzondere zitting bijeen te roepen zodat minister Vanhengel hierover geïnterpelleerd kan worden.”