Breng adviserende geneesheren onder bij RIZIV en maak meldpunt oneigenlijk schrijfgedrag
Een adviserende geneesheer zit als werknemer van een ziekenfonds vaak tussen hamer en aambeeld. Hij moet nagaan of iemand terecht beroep kan doen op een uitkering of terugbetaling, maar doet dit voor een werkgever die wordt vergoed voor elke euro die hij uitkeert of terugbetaalt. Daarom wil N-VA-Kamerlid Valerie Van Peel de adviserende geneesheren onderbrengen in het RIZIV. “Op deze manier wordt hun onafhankelijkheid versterkt en kan er ook gewerkt worden aan een meer consistente en arbeidsgerichte aanpak”, meent Van Peel, die hiervoor een resolutie klaar heeft. Daarnaast wil Van Peel ook een meldpunt voor manifest oneigenlijk schrijfgedrag bij artsen.
De adviserende geneesheren beoordelen onder andere het recht op uitkeringen als gevolg van ziekte of ongeval en dit voor de leden van het ziekenfonds waarvoor hij of zij werkt. Hij gebruikt daarbij de richtlijnen van het RIZIV, maar werkt rechtstreeks voor een ziekenfonds dat wordt vergoed voor elke euro dat zij uitkeert voor arbeidsongeschiktheid of voor de tussenkomst op gezondheidsprestaties. Het ziekenfonds verliest met andere woorden financieel wanneer verzekerden vlugger aan het werk kunnen of gezondheidszorgen niet worden vergoed omdat ze niet voldeden aan de wetgeving. En dat zorgt voor spanningen.
De adviserende geneesheer speelt ook een cruciale rol bij de reactivering van arbeidsongeschikten. Om ook hier het verschil in aanpak weg te werken, wil de N-VA hen in de toekomst onderbrengen binnen het RIZIV. Een budgetneutrale oefening aangezien de ziekenfondsen vandaag budgetten krijgen om de arbeidsgeneesheren uit te betalen en deze dus zonder meer mee kunnen overgeheveld worden.
Bovendien is een adviserende geneesheer ook de persoon bij uitstek om manifest oneigenlijk schrijfgedrag bij artsen op te merken en te melden aan het RIZIV. Dat gebeurt vandaag niet. “Het RIZIV heeft twee sociale inspectiediensten. En ondertussen hebben we ook een meldpunt sociale fraude. De focus ligt vandaag echter volledig op de burger die fraude pleegt. Een arts die willens en wetens aan die fraude meewerkt, heeft niets te vrezen”, stelt Van Peel. “Uit een antwoord van minister De Block blijkt dat er tot op vandaag geen enkele melding van zogenaamde ‘welwillendheidsattesten’ werd gemaakt. Voor ons kunnen de adviserende geneesheren ook hier een duidelijke opdracht in vervullen. Maar dan moeten ze onafhankelijker kunnen werken en een duidelijk meldpunt krijgen.”
“Het overgrote deel van de artsen gaat zeer correct om met ziekteattesten. Maar wie dat niet doet, schaadt een hele beroepsgroep én werkt mee aan sociale fraude. De vele artsen die wel correct werken en ter zake de deontologie respecteren, worden door de berichtgeving immers mee in diskrediet gebracht. Denk maar aan de stakingen bij Belgocontrol en de cipiersstaking, waarbij de stakers een ziektebriefje binnenbrachten om op die manier toch hun volledig loon te ontvangen in plaats van een stakersvergoeding”, stelt Van Peel.
Nog maar onlangs verklaarden enkele controleartsen in de pers dat “het gemak waarmee sommige artsen ziekteattesten voorschrijven op zijn minst vragen doet rijzen”. Vandaag voelen zij zich echter niet geroepen om die fraudeurs met naam en toenaam te melden. “Ze hebben daarvoor geen duidelijk aanspreekpunt en ze staan te vaak geïsoleerd tegenover de collega’s die ze moeten controleren.”
“Pas op, het is geenszins de bedoeling een heksenjacht te voeren. Het uitschrijven van een ziekteattest is geen wetenschap. Maar manifest oneigenlijk schrijfgedrag moet in kaart te brengen zijn”, besluit Van Peel. “Het gaat over enkele rotte appels die bij de betrokkenen snel bekend zijn.”