Het gebruik van neussprays met ontstekingsremmers zitten in de lift
Uit cijfers die Kamerlid dr. Yoleen Van Camp (N-VA) opvroeg, blijkt dat neussprays met ontstekingsremmers steeds vaker voorgeschreven worden. Bekende merknamen zijn Nasonex, Avamys of Flixonase. De voorbije 5 jaar steeg het aantal voorschriften met zo’n 20 procent tot bijna 2 miljoen in 2014. Hoewel dergelijke neussprays met medicijnen enkel aangewezen zijn bij ernstige allergie of een zware verkoudheid, tonen de cijfers aan dat mensen met een banale verkoudheid ze steeds vaker voorgeschreven krijgen. Ontstekingsremmende neussprays hebben bijwerkingen, terwijl ze louter de ongemakken verlichten, maar de verkoudheid niet genezen. Tegelijk kosten dergelijke neussprays de maatschappij handenvol geld – voor de laatste 5 jaar gaat het om een slordige 90 miljoen euro.
Bij een verstopte neus zijn er hoofdzakelijk 3 soorten neussprays: een gewone zoutoplossing (zoals Sterimar), sprays die de neus ontstoppen (zoals Otrivine of Nasa Rhinathiol) en ten slotte ontstekingsremmers (zoals Nasonex). In principe is bij een lichte neusverstopping – door verkoudheid of allergie – een gewone zoutoplossing aangewezen. Het water spoelt de bacteriën weg, zodat de verkoudheid minder snel doorbreekt en de ongemakken afnemen. Een zogenaamde ‘hypertone’ (krachtige) zoutoplossing werkt even krachtig als een ontstoppende neusspray en bevat geen geneesmiddelen – en dus ook geen bijwerkingen. Enkel bij zware neusverkoudheden, allergieën of sinusitis zijn sprays met ontstoppers of ontstekingsremmers aangewezen. “In de praktijk wordt echter te vaak een neusspray met ontstekingsremmer voorgeschreven. Jaarlijks komen er gestaag zo’n 80.000 voorgeschreven verpakkingen bij. Zo steeg het aantal van 1,6 miljoen in 2010 met 20 procent tot bijna 2 miljoen in 2014. Het aantal afgeleverde verpakkingen op voorschrift wordt op 45 procent van het totaal geschat, dus zouden er jaarlijks tot 4 miljoen flesjes neusspray met ontstekingsremmers over de toonbank gaan”, concludeert Van Camp uit de cijfers.
Mogelijke bijwerkingen van onstekingsremmers in de neus zijn onderdrukking van de bijnieren en overdruk in de ogen of staar. Bij kinderen kunnen er gedragsproblemen en groeivertraging optreden en daarom zijn ze niet aangewezen bij kinderen. “Extra verontrustend is daarom de trend dat ook steeds meer aan -20-jarigen neussprays met ontstekingsremmers worden voorgeschreven, tot bijna 300.000 in 2014”, stelt Van Camp vast. Ook ontstoppende neussprays zijn geen onschuldig middeltje – ze zijn verslavend en bij langdurig gebruik kunnen ze er net voor zorgen dat de neus chronisch verstopt raakt. In principe mogen ze maar een week gebruikt worden. Recent onderzoek wees uit dat de helft van de mensen met een chronische neusverstopping toch langer (zelfs dagelijks) ontstoppers in de neus sprayt, terwijl een grote meerderheid wel weet dat het gebruik beperkt moet worden.
Ondanks hun verslavende eigenschap zijn neusontstoppers doorgaans zonder voorschrift verkrijgbaar. Ze worden niet terugbetaald; zo kost een flesje Sofrasolone de patiënt een 7 euro – uit eigen zak te betalen. De meeste neussprays met ontstekingsremmers zijn wel op voorschrift, zoals Nasonex, en ze worden wél deels terugbetaald. Zo telt een patiënt voor een flesje Nasonex maar een 2 euro neer. Apothekers merken dat artsen bij banale verkoudheden vroeger eerder Sofrasolone (zonder voorschrift) of Dexarhinospray (op voorschrift) aanraadden – beide zonder tussenkomst van de ziekteverzekering. Tegenwoordig grijpt de arts sneller naar middelen als Nasonex, dat minder aangewezen is bij korte therapie (het flesje vervalt ook 2 maanden na opening) maar de patiënt zelf minder kost. Van Camp voegt daaraan toe: “Vaak wordt daarbij vergeten dat zo’n flesje de sociale zekerheid (dus de belastingbetaler) dik 10 euro kost. Met een 2 miljoen voorgeschreven verpakkingen per jaar, loopt de kost voor de laatste 5 jaar op tot een slordige 90 miljoen euro – niet om mensen te genezen maar wel om een verstopte neus te verlichten.”