EFFECT VAN LICHTRECLAME OP VERKEERSVEILIGHEID ONDERZOCHT
Uit een antwoord aan Martine Fournier blijkt dat de Vlaamse Overheid op dit moment de impact van verlichte publiciteitsborden op de verkeersveiligheid aan het onderzoeken is. Dit zal mogelijks leiden tot richtlijnen rond de lichtsterkte van deze borden.
Heel wat gewestwegen zijn eigenlijk winkelstraten geworden waarlangs we heel wat baanwinkels terugvinden. Om hun producten aan te prijzen, plaatsen de uitbaters vaak lichtreclames in alle vormen en maten. Ook langs de snelwegen zijn bewegende beelden al lang geen uitzondering meer. Omdat er steeds een grotere variatie in schermen zit en lichtsterkte varieert, vroeg Martine Fournier aan minister Ben Weyts naar de geldende regels.
De minister antwoordde dat een te groot risico voor de verkeersveiligheid moet worden voorkomen, daarom toetst het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) geval per geval op de specifieke kenmerken en of een publiciteitsinrichting té dominant is, té afleidend. Om na te gaan of dit in orde is, heeft AWV interne richtlijnen opgemaakt om te beoordelen of vrij programmeerbare verlichte publiciteitsmiddelen (VPVP’s), zoals LED-schermen, de verkeersveiligheid in het gedrang brengen.
In deze richtlijnen staat dat VPVP tussen 22 u. en 6 u. uitgeschakeld moeten zijn en dat het luminatieniveau niet groter mag zijn dan dat van de omgeving. Dat laatste blijft eigenlijk vrij vaag, maar daar komt volgens Fournier wellicht verandering in: “De minister geeft aan dat de lopende studieopdracht vanwege AWV om de effecten van VPVP’s op de verkeersveiligheid in verschillende typesituaties nader te onderzoeken, mogelijks wel zal leiden tot het bepalen van maximale waarden voor hun lichtsterkte.”
Voor Fournier is het een goede zaak dat de minister inzet op de verkeersveiligheid én bereid is duidelijkheid te creëren. Op die manier elke zaakvoerder perfect weten wat wel en niet kan.