KB dronereglementering moet naar ministerraad
Het koninklijk besluit (KB) dat het gebruik van drones moet regelen, is momenteel in de maak. CD&V-Kamerlid Veerle Heeren vroeg de bevoegde minister Galant vandaag in de plenaire vergadering om meer uitleg. Een te strenge wet geeft de dronesindustrie in ons land immers meteen een sterk concurrentieel nadeel ten opzichte van onze buurlanden. CD&V wil dat het KB aan de ministerraad wordt voorgelegd
De dronesindustrie in ons land groeit razendsnel. Feedback uit de markt toont aan dat in ons land meer dan 1000 consumentendrones per maand verkocht worden. Er is echter ook een professionele drone-industrie die zich bezighoudt met een heel ruim assortiment van toepassingen die heel nuttig zijn voor de gemeenschap.
Ook dit segment van de sector wacht al heel lang op een wetgevend kader. De leefbaarheid van een droneport (een luchthaven voor drones), zoals die momenteel in Brustem bij Sint-Truiden aangelegd wordt, hangt zelfs af van deze wetgeving.
De stakeholders van de drone-industrie zitten op eenzelfde lijn over het uit te vaardigen KB: de dienst Luchtvaart, de FOD Defensie en Belgocontrol pleiten voor een wetgeving die – met een maximale aandacht voor veiligheid en privacy – het dronesgebruik toelaat vanaf 120 meter. Bovendien is het absoluut noodzakelijk dat drones een gebied kunnen overvliegen dat aanzienlijk ruimer is dan 1/3 van ons grondgebied, een oppervlakte waartoe het op handen zijnde KB het dronesgebruik zou reduceren.
De ons omringende landen beschikken veelal wél al over een wetgevend kader. Het economisch belang van een droneswetgeving is ook bijzonder groot. Daarom moet voor CD&V dit KB naar de ministerraad, hoewel dat strikt genomen wettelijk niet nodig is.
Veerle Heeren: “Deze wetgeving verdient een uitgebreid overleg binnen de ministerraad. Mogelijke beperkingen in vlieghoogte van 60 meter en een oppervlakte niet groter dan 1/3 van het Belgische grondgebied geven de Belgische drone-industrie niet alleen een concurrentieel nadeel, ze betekenen op korte termijn de doodsteek voor deze industrie en de werkgelegenheid die ze creëert. Op de droneport van Brustem alleen al gaat het om 300 jobs.”