...

FEBEG over de aanrekening van groene stroom

energie-groenestroomFEBEG weerlegt de aantijgingen over de aanrekening van groene stroom

Het door de pers geciteerde cijfer van 21 MEUR is foutief en komt ook niet voor in het rapport van de VREG. De leveranciers respecteren, vanzelfsprekend, de geldende wetgeving. Het systeem van groenestroomcertificaten is een complex systeem waarbij de leverancier zich moeten indekken en pas in maart weet hoeveel certificaten hij voor het vorige leveringsjaar moet inleveren. De leveranciers rekenen de kosten door die zij moeten maken om te voldoen aan deze verplichtingen. Dit is niet alleen de aankoopprijs van deze certificaten zelf, maar ook de bijkomende kosten die hiermee gepaard gaan, zoals prefinancieringskosten, bankkosten, personeelskosten, IT-kosten, wanbetalingskosten enz. Marc Van den Bosch van FEBEG: “dit systeem wordt vaak gewijzigd wat leidt tot aanzienlijke kosten en risico’s voor de leverancier. Deze kosten en risico’s worden aan de klanten doorgerekend”.

FEBEG benadrukt dat de leveranciers wel degelijk transparant zijn in wat ze doorrekenen. De consument kan altijd een vergelijking maken via de V-test van de VREG die alle kosten herneemt, waaronder de kosten voor groenestroomcertificaten. De consument is dan ook op geen enkele wijze benadeeld.

De aantijgingen gaan voorbij aan de vaststelling door meerdere regulatoren dat de Belgische energiemarkt zeer competitief is. Zo heeft België al meerdere jaren op rij de hoogste “switching rate” in de Europese Unie. Bovendien zijn de winstmarges van de leveranciers tot een minimum herleid. Voor het jaar 2013 bedroegen de geaggregeerde nettowinstmarges amper 0,3% (voor de marktspelers die meer dan 90% van de markt vertegenwoordigen).