Geef ouders en voogden recht op inkijk in patiëntendossier van overleden kind
Patiëntendossier van overleden kind – Ouders en voogden moeten het medisch dossier kunnen inkijken van de overleden minderjarige of wilsonbekwame meerderjarige die zij vertegenwoordigen. Dat stelt CD&V-Kamerlid Nawal Farih (CD&V), die hiertoe een wetsvoorstel indiende. “Wie een kind verliest, voelt de grond onder de voeten wegzakken. Deze aanpassing in onze wetgeving kan vele ouders en nabestaanden enorm helpen in het rouwproces,” aldus het parlementslid.
Momenteel bepaalt de Belgische wetgeving dat vertegenwoordigers van minderjarige of meerderjarig wilsonbekwame patiënten de rechten van de patiënt in kwestie kunnen uitoefenen. Concreet betekent dit dat zij als vertegenwoordiger het recht hebben om het patiëntendossier in te kijken. Deze rechten vervallen echter wanneer de patiënt komt te overlijden.
Na het overlijden van de patiënt worden er beperkingen gesteld2>
”Na het overlijden van de patiënt worden er beperkingen gesteld aan het recht om dit dossier in te kijken. Ook het recht op een afschrift van het dossier vervalt in dit geval,” zegt Farih. ”De vertegenwoordigers van de overleden patiënt hebben deze rechten altijd kunnen uitoefenen. Zij moeten deze ook na het overlijden van de patiënt kunnen behouden. Daarbij moet wel de bescherming van het privéleven van de overleden patiënt steeds worden gegarandeerd,” aldus Farih.
Inzagerecht in het patiëntendossier voor bepaalde nabestaanden
De huidige regelgeving voorziet een beperkt en onrechtstreeks inzagerecht in het patiëntendossier voor bepaalde nabestaanden, maar dat is niet voldoende volgens Farih. “Dit beperkt inzagerecht legt zeer strikte voorwaarden op aan de vertegenwoordigers. Zo moeten zij een gemotiveerd belang hebben om het dossier in te kunnen kijken. Vaak blijkt het echter heel moeilijk om dit belang aan te tonen. Hierdoor krijgen ze in de praktijk toch geen inzage in het dossier van de overleden patiënt. Bovendien gaat het om een onrechtstreeks inzagerecht, waarbij de vertegenwoordigers een arts moeten aanduiden die het dossier voor hen inkijkt,” zegt het kamerlid.
Bovendien zal deze aanpassing nabestaanden helpen in hun verwerkingsproces. “Sommige mensen merken dat ze in het rouwproces vast komen te zitten in hun gevoelens en gedachten,” vertelt het kamerlid. “Het gebrek aan informatie maakt het enorm moeilijk om het overlijden te aanvaarden. Men worstelt voortdurend met de vraag ‘Wat als?’. Daarom moeten alle middelen worden ingezet om die rust te bieden aan de nabestaanden,” aldus Farih.
Ook in onze buurlanden hebben vertegenwoordigers het recht om ook na het overlijden van de patiënt het dossier in te kijken. Dit is onder andere het geval in Frankrijk en Nederland. “Toch is het niet zo dat de vertegenwoordiger steeds een volledig inzage- of afschriftrecht krijgt,” merkt Farih op. ”Het verzoek kan te allen tijde geheel of gedeeltelijk worden geweigerd indien blijkt dat persoonlijke levenssfeer van de overleden patiënt niet wordt gegarandeerd. Dit bijvoorbeeld wanneer de minderjarige patiënt gedurende zijn leven een deel van zijn rechten zelf heeft uitgeoefend,” zegt het parlementslid.
Daarom vraagt het wetsvoorstel dat Farih indiende ook een wijziging van de kwaliteitswet uit 2019. “Concreet gaat het hier over de noodzaak om het patiëntendossier volledig en zorgvuldig bij te houden. Het patiëntendossier moet vermelden of de minderjarige patiënt zijn rechten al dan niet zelfstandig heeft uitgeoefend. Op die manier kunnen we na het overlijden van de minderjarige patiënt discussies vermijden of de vertegenwoordiger al dan niet recht heeft op inzage in het patiëntendossier,” besluit Farih.