7 op 10 cannabiswinkels in overtreding
In 2020 voldeed 70% van de gecontroleerde cannabiswinkels niet aan de regelgeving. Zo waren er geregeld inbreuken op etiketteringsvoorschriften, werden verboden reclametechnieken voor tabaksproducten gehanteerd, of werden kruidenproducten om te roken verkocht die niet goedgekeurd zijn door de FOD Volksgezondheid. CD&V-Kamerlid Els Van Hoof vroeg de cijfers op bij Minister van Volksgezondheid Vandenbroucke en waarschuwt consumenten voor de risico’s van deze producten: “Veel van deze cannabiswinkels balanceren op de rand van de wettelijkheid. Zo laten ze vaak uitschijnen dat hun producten een medicinale werking hebben, terwijl dat niet het geval is.” Het Kamerlid pleit voor veilige en gestandaardiseerde medicijnen op basis van cannabis, zodat mensen niet hun toevlucht nemen tot dergelijke producten.
De laatste jaren zien vele lokale besturen een wildgroei aan verkooppunten waar men allerlei producten op basis van CBD (het niet-psychoactieve bestanddeel van cannabis in tegenstelling tot THC) verkoopt. Het gaat dan om cosmetica met CBD, voedingsmiddelen met CBD of voor roken bestemde kruidenproducten met CBD.
Een soort schemerzone voor cannabiswinkels
Van Hoof: “Deze winkels bevinden zich vandaag in een soort schemerzone en de wetgeving is complex. Men mag er in principe enkel cannabisproducten verkopen die geen voedingsmiddelen zijn (tenzij een uitzondering werd aangevraagd), die niet verkocht worden als geneesmiddel en die een THC-gehalte hebben van minder dan 0,2%. Het probleem is dat de cannabiswinkels vaak doen uitschijnen dat hun producten medicinale werking hebben, terwijl de verkoop van geneesmiddelen op basis van cannabis enkel is toegelaten voor vergunde geneesmiddelen, waarvan de werking getest en bewezen is. Het is dan ook van groot belang dat de CBD-shops voldoende gecontroleerd worden.”
Uit het antwoord op een parlementaire vraag van het CD&V-Kamerlid blijkt dat de FOD Volksgezondheid reeds 85 verschillende cannabiswinkels controleerde. In 2020 voerde het 37 controles uit, waarvan 26 niet-conform waren. 70% van de cannabiswinkels was dus niet in orde met de regelgeving, in 2019 was dat 75% bij 89 controles.
De meeste inbreuken waren er in 2020 op de etiketteringsvoorschriften voor roken bestemde kruidenproducten (18), cosmetica (13) en e-sigaretten (7). Ook werden verboden reclametechnieken gebruikt voor roken bestemde kruidenproducten (12) en werden kruidenproducten bestemd om te roken verkocht die niet goedgekeurd zijn door de FOD Volksgezondheid (4). In 2019 werden er 44 processen-verbaal opgesteld tegen cannabiswinkels, in 2020 werd om de gekende redenen minder gecontroleerd en waren dat er 10.
Wettelijk kader nodig voor cannabiswinkels
Voor Van Hoof is het duidelijk dat de winkels steeds de grens opzoeken: “Men zoekt doelbewust die schemerzone op, door bv. kruidenmengsels te verkopen als rookwaar en CBD-olie te verkopen als medicijn. Dit moet aan banden gelegd worden.”
Daarom is het CD&V-Kamerlid groot voorstander van een wettelijk kader om gestandaardiseerde en gecontroleerde medicinale cannabis ter beschikking te stellen aan specifieke patiëntengroepen, zoals personen met ALS, MS of specifieke vormen van epilepsie. Ze diende hiervoor reeds een resolutie in, en stemde in het parlement begin 2019 een wet die een cannabisbureau opricht om het kweken van cannabis voor medicinaal gebruik mogelijk te maken. Dit bureau moet gronden vergunnen waarop de cannabisplant verbouwd mag worden, een vergunning verstrekken aan telers, cannabisoogst beheren en behoudt een monopolie op de invoer en uitvoer van cannabis.
Van Hoof drong in verschillende parlementaire vragen bij voormalig Minister De Block en huidig Minister Vandenbroucke aan om uitvoering te geven aan de wet. ”Hopelijk is er een toekomst in zicht waarbij ernstig zieke patiënten, zonder taboe, hun pijn verlicht kunnen weten door veilige producten op basis van medicinale cannabis.”