Kris Peeters: “Programma ‘Blind Getrouwd’ is geen huwelijksbureau en kan blijven voortbestaan”
Vice-eersteminister en minister van economie Kris Peeters heeft laten onderzoeken of de programma’s Blind Getrouwd en Mariés au premier regard, de wet op de huwelijksbemiddeling overtreden. Dat blijkt niet het geval.
Kris Peeters: “Nadat het College van Procureurs-Generaal suggereerde dat het programma ‘Blind Getrouwd’ de wetgeving op de huwelijksbemiddeling mogelijks zou overtreden, heb ik mijn diensten de opdracht gegeven om de zaak te onderzoeken. Hun advies is heel duidelijk. De deelnemers betalen geen vergoeding, en dus kan het programma niet worden beschouwd als huwelijksbureau. Het is bovendien helemaal niet de bedoeling van die wetgeving om dergelijke televisieprogramma’s te gaan reguleren.”
Na verschillende parlementaire vragen over de wettelijkheid van de televisieprogramma’s Blind Getrouwd en Mariés au premier regard, vroeg minister van justitie Koen Geens advies aan het College van Procureurs-Generaal. Dat oordeelde op 21 december 2017 dat de rechtsgeldigheid van het huwelijk tussen twee onbekenden niet verzekerd is, al voegde het daar wel aan toe dat het geen prioriteit was om op te treden tegen het programma.
Het College zei dat verder onderzocht moest worden of VTM en RTL zich opstellen als een huwelijksbureau en of ze de regelgeving voor dergelijke bureaus naleven. De bevoegde minister Kris Peeters vroeg daarop aan de FOD Economie om te onderzoeken of het programma onder de wetgeving op de huwelijksbemiddeling valt.
In maart verschaften zowel VTM als RTL meer info over het programma, het match-making proces en de deelnemersovereenkomst.
Huwelijksbemiddeling tegen vergoeding
De wet definieert “huwelijksbemiddeling” als volgt: elke activiteit waarbij tegen vergoeding ontmoetingen tussen personen worden geregeld die rechtstreeks of onrechtstreeks tot een huwelijk of tot een vaste relatie moeten leiden.
Deze definitie stelt eigenlijk drie voorwaarden om van huwelijksbemiddeling te spreken, nl. elke activiteit waarbij:
- ontmoetingen tussen personen worden geregeld;
- die leiden tot een huwelijk of vaste relatie en
- tegen vergoeding plaatsvinden.
Deze drie voorwaarden moet cumulatief vervuld zijn om van huwelijksbemiddeling te kunnen spreken. Gezien het format van het programma wordt in theorie, voor de deelnemers die uiteindelijk aan elkaar gekoppeld worden, aan de eerste twee voorwaarden van de definitie voldaan. Het betreft een activiteit waarbij er een ontmoeting tussen twee personen wordt geregeld, waarbij deze onmiddellijk tijdens deze ontmoeting met elkaar in het huwelijk treden.
Wat betreft de derde voorwaarde, is de vraag of de overdracht van het recht op afbeelding via de deelnemersovereenkomst, kan worden beschouwd als een vergoeding in de zin van de wet. In de definitie zelf wordt deze term niet nader omschreven, maar verder in de wet is er sprake van de “te betalen prijs”. Het koninklijk besluit van 18 november 2005 dat het typecontract vastlegt, spreekt ook van “de betaling van een som”.
Het besluit van de FOD Economie is dat de wetgever de betaling van een geldsom voor ogen heeft gehad. De overdracht van het recht op afbeelding vormt geen dergelijke betaling, zodat de televisieprogramma’s niet onder de toepassing van de wet op de huwelijksbemiddeling vallen.
In haar advies aan minister Peeters stelt de FOD Economie dat: “gelet op het feit dat de deelnemers geen enkele vergoeding betalen aan de organisatoren, dient men te concluderen dat er niet voldaan is aan de derde voorwaarde van de definitie om te kunnen spreken van huwelijksbemiddeling. Beide tv-programma’s vallen niet onder de definitie van huwelijksbemiddeling en bijgevolg ook niet onder het toepassingsgebied van de wet.”
Daarnaast merkt de FOD Economie op dat “het nooit de bedoeling is geweest van de wetgever om dergelijke reality-tv programma’s te regelen en onder te brengen onder het toepassingsgebied van de wet op de huwelijksbemiddeling.”
Kris Peeters: “Met de wet op de huwelijksbemiddeling zorgen we dat huwelijksbureaus zich op een correcte manier opstellen tegenover hun klanten. Zo moet de klant op voorhand weten hoeveel de dienst kost en hoeveel ontmoetingen er geregeld worden. Het leek evident dat een programma als Blind Getrouwd niet onder die wetgeving valt, maar omdat de vraag gesteld werd, heb ik het laten onderzoeken. De conclusie is heel duidelijk dat dit soort televisieprogramma’s geen huwelijksbureaus zijn.”
Wet op de huwelijksbemiddeling De wet op de huwelijksbemiddeling werd in 1993 in het leven geroepen om een einde te stellen aan de vele wanpraktijken in de sector. De consument werd vaak met aantrekkelijke (valse) profielen en mooie beloftes over vele potentiële kandidaten overtuigd om een duur contract te ondertekenen. Eens de consument had betaald, bleken er plots geen geschikte kandidaten meer te zijn en kreeg de consument geen of onvoldoende kandidaten voorgesteld. Daarnaast was er ook vaak sprake van frauduleuze· praktijken, zoals het in contact brengen met neppartners.
Ondanks de beschermingsmaatregelen die voorzien zijn in de wet, bleven er zich problemen voordoen waaronder het correct informeren van de consument over het aantal klanten van het huwelijksbureau en het aantal ontmoetingen dat zou geregeld worden. Om de bescherming van de consument nog te verhogen door hem beter te informeren werd sinds 2015 een typecontract ingevoerd dat elk huwelijksbureau verplicht moet gebruiken. |