Kon. Dekenij Bloemekenwijk viert 25 jaar Jeanine Poelman als dekenin!
De Bloemekenskermis in de Bloemekenwijk zijn traditioneel de “opwarmen voor de Gentse Feesten” , en dit jaar geeft de dekenij nog een extra tandje bij. Maar liefst 25 jaar al staat Jeanine Poelman er als voorzitster aan het hoofd van de organisatie. In die tijd is niet alleen de kermis enorm gegroeid, er zijn ook duizenden mensen geholpen met voedsel, kleding en algemene ondersteuning.
Al van jongs af aan zit het helpen bij Jeanine in het bloed, zo ging ze als kind al meehelpen om ‘op den buiten’ kleine kinderen te wassen, een microbe die haar direct gebeten had en nu een groot deel van haar leven betekend. In 1992 richtte ze t’ winkeltje op: een organisatie binnen de dekenij die kansarme mensen aan kleding en klein huisraad helpt. Vier jaar later stond ze ook aan de wieg van de voedselbank, die zelfs enkele maanden in haar living was gevestigd. Ook toen in 2009 Baby-Nest is opgericht stond ze klaar met raad & daad.
“Stoppen daar denk ik nog lang niet aan”, aldus een nog altijd even enthousiaste dekenin. Nog elke maandag en donderdag staat ze in “haar” winkeltje om er mensen te helpen. “Ik heb zelfs nog mensen opgevangen in mijn huis, die personen zijn mij hier nog steeds zeer dankbaar voor !”, gelukkig zijn we binnen de dekenij met een groot team van enthousiaste vrijwilligers zodat we de mensen nog beter kunnen helpen.
Tijdens de openingsreceptie van de Bloemekenskermis zal het bestuur de dekenin uitgebreid in de bloemetjes zetten. En ook schepenen Christophe Peeters zal een kleine hulde uitbrengen voor wie ze in de bloemetjeswijk soms “de moeder Teresa van de wijk” noemen.
Maar ook op andere momenten wordt er gefeest in de wijk, zo staat Wendy Van Wanten terug trouw op post om achter het grote eetfestijn de kermis feestelijk af te sluiten. Bovendien zijn er terug de twee zeer populaire rommelmarkten en mag de wijk voor de eerste keer een kindernamiddag verwachten. Het volledige programma van je vinden op de Facebookpagina van de Koninklijke Dekenij Bloemekenswijk.