Tommelein stelt Energievisie 2030-2050 voor
De Vlaamse regering heeft de Energievisie 2030-2050 goedgekeurd. De visietekst bepaalt hoe het verder moet met het energiebeleid na 2020. De nota is het resultaat van één jaar overleg tussen minister van Energie Bart Tommelein, meer dan 40 stakeholders – uit de industrie, de academische wereld, sociale partners en verscheidene sectorfederaties – en de burgers. ‘Deze Energievisie is zeer breed gedragen. De richting die Vlaanderen uitgaat is duidelijk. Na 2020 zijn bijkomende inspanningen nodig voor de energieomslag. Iedereen is het erover eens dat de fase van vrijblijvendheid voorbij is.’
De Energievisie 2030-2050 kwam tot stand in samenwerking met meer dan 40 stakeholders. Ook de burgers werden geraadpleegd via een interactieve website en een burgerpanel. De Energievisie gaat verder op de ingeslagen weg, maar drijft de doelstellingen wel op. Bij de visietekst horen ook 53 concrete actiepunten. Met de energieomslag wil Vlaanderen de klimaatverandering een halt toeroepen en de uitstoot van broeikasgassen tegen 2050 terugdringen met 80 tot 95 procent.
Verkoop auto’s op fossiele brandstof helft omlaag tegen 2030
De Vlaamse overheid wil in de toekomst haar energiebeleidsovereenkomsten met de industrie verderzetten. Voor de grootverbruikers als transport, landbouw of gebouwen geldt de regel: de CO2-uitstoot moet verder omlaag, de energie-efficiëntie omhoog.
Op de weg streeft men naar minder verreden kilometers. Duurzaam deelvervoer (openbaar vervoer, elektrische deelauto’s en deelfietsen) en alternatieven voor vrachtvervoer zijn noodzakelijk. Daarnaast worden zero-emissievoertuigen, op elektriciteit of waterstof, gaandeweg de norm. Tegen 2030 moet de verkoop van auto’s op fossiele brandstof met de helft omlaag. Tegen 2035 spiegelt Vlaanderen zich aan de Europese doelstellingen, wat erop zou neerkomen dat álle nieuw verkochte wagens een nuluitstoot hebben.
Ook voor renovaties zullen de energie-eisen geleidelijk aan worden afgestemd op de strenge nieuwbouwnormen. ‘Als renovatie ontoereikend is, is afbraak of hernieuwbouw soms een betere optie’, zegt Bart Tommelein.
Voluit voor hernieuwbare energie
Het aandeel hernieuwbare energie zal na de aangekondigde federale kernuitstap in 2025 onvermijdelijk de hoogte in moeten. Zon en wind, en kleine biomassa zijn de bekendste en dit aandeel wordt verder opgedreven. Daarnaast zal warmte in het hernieuwbare energielandschap meer en meer zijn plaats veroveren. In de eerste plaats door restwarmte van industriële productieprocessen systematisch te (her)gebruiken. Maar ook diepe geothermie wordt verder aangeboord.
De Vlaamse Energievisienota houdt ook rekening met het ongelijkmatig karakter van de elektriciteitsopwekking met wind en zon: de zon schijnt niet altijd, en soms is het windstil. Flexibele en slimme toepassingen zijn daarom noodzakelijk. Dat wil zeggen dat overtollig opgewekte elektriciteit wordt opgeslagen en (uitgesteld) gebruikt volgens vraag en aanbod, automatisch aangestuurd via slimme meters en slimme netten.
Nieuwe technologieën ondersteunen, maar niet langer dan nodig
Hoe dan ook wil het beleid de totaalkost van de energietransitie zoveel mogelijk beperken. Dat kan door alle kansen te geven aan nieuwe technologieën, met uitsluitend doordachte ondersteuning: net zo lang en zo veel als nodig en nuttig. De invoering gebeurt telkens in drie fasen: eerst de early adopters, vervolgens een ruimer publiek via boni en mali, ten slotte verplichtend. De kosten worden verrekend over meerdere energiedragers. In samenspraak met andere overheden, zal een CO2-belasting worden onderzocht.
Tommelein wil ook samen met de federale en andere gewestelijke energieregulatoren een monitoringssysteem opzetten om de totale energiekosten van diverse industrieën op de voet te volgen en bij te sturen. ‘Onze bedrijven mogen geen concurrentienadeel ondervinden ten opzichte van de ons omringende landen’, zegt Bart Tommelein.
Betaalbare energiefacturen, markt laten spelen
De energiefactuur voor de burger moet betaalbaar blijven. Energiearmoede pakken we aan. Nieuw beleid financieren we in de eerste plaats via de begroting in plaats van via de energiefactuur. De rol en de taken van de distributienetbeheerders worden uitgepuurd: natuurlijk monopolie waar nodig, uitbesteding aan de privémarkt waar mogelijk. Bart Tommelein: ‘De markt moet volop kunnen spelen. Bedrijven krijgen bij de energieomslag alle kansen om nieuwe markten te ontwikkelen.’
De uitvoering van de Energievisie is geen monopolie van de politiek alleen. Een brede groep van stakeholders, onder wie ook de burger, zal zowel financieel als beleidsmatig kunnen participeren in de energieomslag. ‘De komende jaren zullen we deze Energievisie samen met alle actoren en sectoren vertalen in concrete realisaties. De richting die Vlaanderen uit wil op vlak van energie is nu voor iedereen duidelijk. Deze breed gedragen Energievisie zal ook de basis vormen voor de onderhandelingen over het interfederaal energiepact’, besluit de minister.