Quota bij voorlopige hechtenis? Onaanvaardbaar. N-VA deelt de kritiek van de onderzoeksrechters op dit voorstel.
Justitie is een bedrijf in moeilijkheden. Het regeerakkoord voorzag op aandringen van de N-VA dan ook een fikse en hoognodige hervormingsagenda zodat justitie performanter en efficiënter wordt en eindelijk die 21e eeuw kan worden binnengeloodst.
Veel van onze wetboeken vinden echter nog hun oorsprong in de codes Napoléon van inmiddels al twee eeuwen geleden. Ons strafwetboek en onze strafprocedure zijn daar een voorbeeld van.. Logisch dan ook dat deze in uitvoering van het regeerakkoord onder de loep worden genomen. Minister Geens zette daartoe een experten-groep aan het werk. Hun eerste adviezen liggen nu op tafel.
Sommige van de adviezen van deze werkgroep, hoewel goedbedoeld, doen evenwel ook bij de N-VA de wenkbrauwen fronzen. De suggestie om het aantal personen in voorlopige hechtenis te gaan begrenzen is daar één van.
Via de “voorlopige hechtenis” worden verdachten opgesloten in de gevangenis in afwachting van het verder onderzoek en hun proces. Dit is een uitzonderingsmaatregel voor die gevallen waar bij de openbare veiligheid in het gedrang is, of wanneer het risico dat de verdachte zou vluchten, bewijzen zou wegmaken of zou recidiveren, te groot is. Vandaag zitten zo ongeveer 3.500 personen in de cel, ofwel ongeveer 1/3 van onze gevangenisbevolking.
Onze gevangenissen zijn echter overbevolkt. Om hieraan te verhelpen neemt minister Geens allerlei maatregelen, en krijgt hij nu ook van de experten-werkgroep het advies om het aantal personen in voorlopige hechtenissen te laten dalen door… quota in te voeren. Strikt genomen komt het er op neer dat per gerechtelijk arrondissement slechts een maximum aantal personen in voorlopige hechtenis kan worden genomen, en dat van zodra dat specifiek aantal wordt bereikt, geen nieuwe aanhouding meer mogelijk zou zijn tenzij er plaats wordt gemaakt door …. een andere vrij te laten.
“Dit is echter volstrekt onaanvaardbaar”, zegt Kamerlid Sophie De Wit (N-VA). “Elke verdachte die een gevaar vormt, moet kunnen worden aangehouden, of er nu plaats is of niet. Het is dan de taak van de overheid om voldoende plaats te voorzien. Prioriteit blijft voor ons nog steeds de beveiliging van onze samenleving en wie hiervoor een gevaar vormt, moet in elke omstandigheid kunnen worden aangehouden. Daar kan je geen quota op kleven. “Bovendien gaat het vaak om verdachten met andere nationaliteit, veelal zonder vast adres, die zonder aanhouding vast en zeker zullen wegvluchten”, voegt De Wit hier nog toe.
Uiteraard moet de overbevolking in de gevangenissen worden aangepakt, doch daarvoor quota invoeren, is de slechts denkbare oplossing.
Sophie De Wit benadrukt nog dat geen enkele aanhouding door de onderzoeksrechter lichtzinnig gebeurt. De beslissing om iemand van zijn vrijheid te beroven, is daarentegen steeds weloverwogen en zal niet genomen worden wanneer daar geen absolute noodzaak toe is. Stellen dat verdachten (van wie de aanhouding nodig was) dan maar moeten vrijgelaten worden om plaats te ruimen voor een andere, is kortzichtig, praktisch onverantwoord en druist in tegen de dagdagelijkse praktijk waarbij onze onderzoeksrechters, die nu al in moeilijke omstandigheden moeten werken, er telkens weer het allerbeste trachten uit te halen.
Dergelijk systeem zou enkel het eigen falen van justitie benadrukken in plaats van een oplossing te bieden. Dat is echter niet de justitie die wij voor ogen hebben.
De N-VA staat overigens niet alleen met de kritiek en bezorgdheden. Ook de onderzoeksrechters zelf gaven reeds te kennen dat ze dit een wereldvreemde benadering vinden. Laten we goed naar hen luisteren want zij kennen hun pappenheimers immers het best.