Problemen voor jeugdverenigingen bij het maken van kampvuren behoren tot het verleden
Jeugdverenigingen ondervonden in het verleden vaak moeilijkheden bij het maken van een kampvuur. Hoewel de regelgeving in het verleden al werd versoepeld, kon die niet alle problemen verhelpen. Gelukkig kunnen er op die regelgeving ook afwijkingen worden toegekend. En dat gebeurt ook, blijkt uit het antwoord op een schriftelijke vraag van Vlaams volksvertegenwoordiger Miranda Van Eetvelde (N-VA) aan minister Gatz.
Jeugdverenigingen die hun jaarlijks kamp afsluiten met een zelfgemaakt vuur, het is een traditie die al decennia bestaat. Dit was echter niet altijd evident. Een kampvuur werd maar toegelaten als dit 100 meter verwijderd was van een bos- of natuurgebied. In de praktijk was het heel moeilijk haalbaar om geschikte plaatsen te vinden waar men op 100 meter een vuur kon maken. Daarom werd tijdens de vorige legislatuur 2009-2014 beslist dat de afstand om een vuur te maken nabij een bos- of natuurgebied verminderd werd naar 25 meter.
Daarmee werd tegemoet gekomen aan de meeste maar niet alle problemen. Ook de 25-meter-grens bleef in een aantal gevallen voor problemen zorgen. Gelukkig kunnen er ook binnen het 25-meter-gebied aanvragen voor een kampvuur gemachtigd worden. “En dat gebeurt regelmatig”, zegt Vlaams volksvertegenwoordiger Miranda Van Eetvelde. “In 2014 waren er 49 aanvragen, 2015 telde 35 aanvragen en in 2016 waren er maar liefst 67. Dat toont aan dat jeugdverenigingen soms toch moeite hebben om 25 meter van een bos- of natuurgebied een geschikte plaats te vinden.”
Natuurlijk lijkt het dat er meer risico’s zijn wanneer men dichter bij een bos komt maar onveilige situaties worden steeds vermeden. “Jeugdverenigingen zijn goed op de hoogte op het vlak van brandveiligheid en nemen geen risico’s. Dat blijkt ook uit het feit dat er bijna geen weigeringen zijn voor het maken van een kampvuur binnen de 25 meter. Er worden geen plekken gekozen waarvan ze weten dat er een mogelijk risico bestaat. Daarnaast werd in de commissie Jeugd van het Vlaams Parlement het idee geopperd om met vaste kampvuurplaatsen te werken, wat zeker waardevol kan zijn.”
Er blijft wel nog steeds werk aan de winkel. Zo blijft het een grote frustratie van de jeugdverenigingen dat verschillende gemeenten nog strengere regels opleggen dan die van het Vlaamse niveau. Miranda Van Eetvelde: “De gemeenten beslissen dit natuurlijk autonoom maar Vlaanderen kan een coachende, ondersteunde rol spelen bij het opstellen van restrictieve, lokale reglementen. Op die manier zullen jongeren nog meer op een veilige en ongedwongen wijze een kampvuur kunnen maken. Zo blijven hun jaarlijkse kampen een waar succes.”