...

Kans op gokdrama groter dan dat je er rijk van word

gokkenDe omzet van gokoperatoren verdrievoudigde de afgelopen vijf jaar tot net geen 788 miljoen euro. Ons land telt naar schatting 45.000 gokverslaafden en maar liefst 135.000 mensen in de risicozone. Eind vorig jaar stond de teller van uitgesloten personen op 263.620 mensen. “Deze cijfers zijn onrustwekkend en tonen aan dat we de toenemende gokproblematiek niet onder controle hebben.”, zegt CD&V-Kamerlid Els Van Hoof. “De drempels naar gokken zijn ontzettend laag. Een eenvoudige toegang zorgt ervoor dat mensen zich makkelijk bloot stellen aan de gevaren van gokken met alle gevolgen vandien.”, voegt ze toe. Van Hoof dient een wetsvoorstel in met vijf maatregelen die de drempels gevoelig verhogen en zo potentiële slachtoffers beschermen.

“Het aantal gokverslavingen in onze samenleving neemt wellicht toe.”, steekt Van Hoof van wal. “Indien we Europees onderzoek naar gokprevalentie (uit 2009) verbinden aan de DSM-5-criteria en die doortrekken naar de Belgische bevolkingscijfers op 1 januari 2016, resulteert dit in 45.000 gokverslaafde landgenoten en maar liefst 135.000 Belgen die zich in de risicozone bevinden.”, legt de CD&V-politica uit. Andere cijfers laten erg weinig aan de verbeelding over. De totaal gerealiseerde omzet van aanbieders van offline en online weddenschappen verdrievoudigde de laatste vijf jaar. In 2011 realiseerden de gokoperatoren een totale omzet van 258 miljoen euro. Vier jaar later, in 2015, was dit bedrag reeds meer dan verdrievoudigd tot een totaal van net geen 788 miljoen euro. “We zien ook dat het aantal uitgesloten personen jaar na jaar toeneemt. Eind vorig jaar stond de teller reeds op 263.620 mensen, een verdubbeling op drie jaar tijd. Een groot deel staat op de lijst door beroepsgerelateerde redenen (deurwaarders, magistraten, notarissen, agenten, …), zij mogen niet gokken. Maar in 77 % van de gevallen staat men op de zwarte lijst omwille van een gerechtelijke beslissing of een collectieve schuldenregeling. Dat aandeel neemt helaas ook toe sinds een aantal jaren. In ieder geval gaat het telkens om menselijke drama’s die een ontwrichtend effect hebben op het leven van de slachtoffers en hun directe omgeving.”, licht het CD&V-parlementslid toe. Van Hoof volgt de gokproblematiek al enkele jaren in de commissie Volksgezondheid en Justitie.

Er is bovendien nog een zorgwekkende tendens: de deelname aan online weddenschappen zit in de lift. “Het zijn onder meer de minderjarigen die op deze manier hun weg naar het gokken vinden. Want ondanks het feit dat gokken in quasi alle Europese landen verboden is onder de leeftijd van 18 jaar, stelt een Europese studie uitgevoerd in 35 landen dat gemiddeld 14 % van de zestienjarigen het afgelopen jaar gegokt heeft voor geld en dat 7% van die groep dit regelmatig doet.”, zegt Van Hoof. “Onder meer om die reden moet de minimumleeftijd omhoog van 18 naar 21 jaar voor alle weddenschappen (1). De facto is de keuze voor een bepaalde leeftijdsgrens een politieke keuze. Maar de hulpverleningssector heeft altijd gepleit voor een zo hoog mogelijke grens, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek dat stelt dat onze hersenen tot de leeftijd van 24 jaar extra vatbaar zijn voor de ontwikkeling van verslavingen, ongeacht of het gaat om tabak, alcohol of gokken. Als men weet dat de verslavingsgraad – onder meer door het in game betten – drastisch toenam, is een verhoging van de leeftijd in de eerste plaats een beschermende maatregel met de nodige effectiviteit.”, legt het CD&V-Kamerlid verder uit. Ze wijst er overigens op dat ook voor andere vormen van verslaving het verhogen van de leeftijdsgrens eveneens leidt tot de facto minder slachtoffers.

Voorts stipuleert het wetsvoorstel ook de verplichte registratie met behulp van de elektronische ID om deel te nemen aan alle vormen van kansspelen en weddenschappen (2). “Door deze verplichte registratie kan de leeftijd nog beter gecontroleerd worden en gaat de bescherming omhoog.”, vindt Van Hoof. Ze zorgt in het wetsvoorstel ook voor een koppeling aan de EPIS-databank (3). “Deze databank bundelt alle uitgesloten spelers in België. Zo zullen de spelers die op deze zwarte lijst staan niet enkel in casino’s geweerd worden, maar bij alle vormen van kansspelen en weddenschappen. Een blacklister zal zich dan niet zomaar kunnen registreren op online goksites of zijn geld verspelen aan een bingomachine in een café. De achterpoortjes sluiten zich op deze manier, de bescherming van de speler gaat omhoog.”, aldus Van Hoof. Ten vierde bepaalt het wetsvoorstel ook de plafonnering van de groei aan wedkantoren. Vandaag zijn dat er 600 en dat aantal zou niet meer mogen stijgen.(4). Tot slot bepaalt het wetsvoorstel de mogelijkheid voor spelers om een uitgavenlimiet per dag en per maand in te stellen (5).

Van Hoof besluit: “Daadkrachtig optreden tegen een ontspoorde problematiek dient te gebeuren vanuit een feitelijke analyse. De stijgende cijfers en onrustwekkende tendensen wijzen erop dat we de situatie teveel onderschatten. Ook al spijzen de taksen van gokoperatoren de staatskas, de maatschappelijke kost is ook torenhoog: naast hulpverlening kosten jobverlies, werkverlet en depressie ook handenvol geld. Beleidsmakers hebben hier dan ook een verpletterende verantwoordelijkheid. Ook een tocht van duizend mijl start met de eerste stap.”.