44.589 misdrijven: cijfers jeugdcriminaliteit zorgwekkend
Samengeteld waren er 44.589 misdrijven tussen 30 juni 2010 en 30 juni 2014 waarbij minderjarigen in Brussel of minderjarige Brusselaars buiten Brussel betrokken waren. “De cijfers liegen niet, de toestand van de jeugdcriminaliteit in Brussel is zorgwekkend”, aldus Brussels N-VA-parlementslid Liesbet Dhaene. “De Brusselse regering stelt echter fundamentele beslissingen over de aanpak van jeugdcriminaliteit uit, waardoor ze de Brusselse jeugd aan haar lot overlaat.”
De cijfers blijken uit een vraag van N-VA-parlementslid Goedele Uyttersprot aan minister Geens (CD&V). Opvallend is dat deze misdrijven betrekking hebben op 20.444 minderjarigen. Dit betekent dat een minderjarige gemiddeld betrokken was bij twee misdrijven. Meer in detail was twee derde van de jongeren betrokken bij één misdrijf. Ongeveer een zesde van de jongeren was betrokken bij twee misdrijven terwijl iets meer dan 9 procent van de jongeren geregistreerd werd in minstens vijf misdrijven. Het gaat om jongeren die betrokken waren bij een misdrijf als ‘verdachte’. Er konden geen statistieken verstrekt worden met betrekking tot de beslissingen genomen door de jeugdparketten.
Sinds de Zesde staatshervorming in 2014 is het jeugdrecht een Brusselse bevoegdheid. Na 2 jaar heeft de Brusselse regering echter nog steeds geen idee hoe ze deze nieuwe bevoegdheid zal invullen. Nochtans kende het debat rond het jeugdrecht afgelopen jaren tegenstrijdige visies. Aan Franstalige zijde gaat men uit van jeugdbescherming, waarbij de jongere op geen enkele manier aansprakelijk kan gesteld worden. In Vlaanderen evolueert men naar een gedifferentieerde aanpak van minderjarigen waarbij ook constructieve maatregelen mogelijk zijn, met aandacht voor herstel van de schade en voor het slachtoffer.
“Deze cijfers tonen aan dat Brussel nood heeft aan een duidelijke visie op de aanpak van jeugdcriminaliteit”, vervolgt Dhaene. “Volgens N-VA zal Brussel gebaat zijn bij een aanpak waarbij jongeren een duidelijk signaal krijgen van de maatschappij dat er een norm overschreden is, rekening houdend natuurlijk met de maturiteit van de jongere en met de ernst van het misdrijf. Jongeren moeten worden gewezen op hun verantwoordelijkheid en ondersteund in het zoeken naar manieren om verantwoordelijkheid te leren nemen voor hun gedrag. Ik roep de Brusselse regering op om dringend werk te maken van een beleid rond jeugdcriminaliteit waarbij de Brusselse jeugd niet langer aan haar lot wordt overgelaten. De teller staat intussen al op 44.589 misdrijven, dat is op zijn minst zorgwekkend te noemen”, besluit Dhaene.