Debaets nog altijd in overleg voor Offerfeest 2016
“Er is weinig vooruitgang geboekt in dit dossier”, stelt Brussels N-VA-parlementslid Liesbet Dhaene teleurgesteld vast. “De bedoeling van staatssecretaris Debaets zou zijn om religie en wetgeving te verzoenen tegen het Offerfeest 2016, maar meer dan een jaar na haar aanstelling als staatssecretaris voor Dierenwelzijn, is ze nog steeds ‘in overleg’ met de betrokken stakeholders.”
Doordat dierenwelzijn een volwaardige gewestbevoegdheid geworden is, was er sprake van een verschillend beleid in de verschillende gewesten. Europa verbiedt onverdoofd slachten op tijdelijke slachtvloeren om redenen van dierenwelzijn. In Vlaanderen en Wallonië was onverdoofd slachten op tijdelijke slachtvloeren dan ook dit offerfeest verboden. Brussel liet onverdoofd slachten op tijdelijke slachtvloeren nog altijd toe.
“Alhoewel Brussel onverdoofd slachten in tijdelijke slachtvloeren wel nog toeliet, had het Vlaams beleid toch een positieve weerslag in Brussel”, vervolgt Dhaene. De Raadgevende raad van moskeeën van de stad Brussel (de CCMB), had immers haar volgelingen opgeroepen om dit jaar geen offer te brengen. De CCMB had ook aan het schepencollege van de stad Brussel laten weten dit jaar niet deel te nemen aan de organisatie van het offerfeest, waardoor er dit jaar in Brussel Stad geen tijdelijke slachtvloer werd ingericht. Dat het Vlaams beleid positief doorwerkte in Brussel, wordt nu ook bevestigd door het aantal geofferde dieren. In 2014 werden 1566 schapen onverdoofd geofferd op tijdelijke slachtvloeren. Dit jaar ging het slechts om 320 schapen.
Volgens Dhaene is een grondige evaluatie van het afgelopen offerfeest bijzonder belangrijk. “Het debat wordt in Brussel niet gevoerd”, zegt Dhaene. “Zo waren ministers Vervoort en Laanan (PS) vandaag niet aanwezig in de bevoegde commissie waardoor mijn vragen over thuisslachtingen en de controle daarop, onbeantwoord bleven. De N-VA blijft oproepen tot een grondige evaluatie en een debat met het oog op een verbod op onverdoofd slachten op tijdelijke slachtvloeren voor het volgende offerfeest”, besluit ze.