Helft meer buitenlandse zelfstandigen. Geen aantoonbare activiteit = geen recht op steun zegt Unizo
Vorig jaar hadden 103.630 zelfstandigen in ons land een vreemde nationaliteit, ofwel 1 op 10 zelfstandigen. Hun aandeel steeg met maar liefst de helft in vergelijking met 2006 en met 1,67 procent in vergelijking met het jaar daarvoor. Roemenen zijn het sterkst vertegenwoordigd (18.035), gevolgd voor Nederlanders (16.086), Fransen (11.822), Italianen (10.601), Polen (8.248) en Bulgaren (5.269). Opvallend is echter de stijging van het aantal Roemeense en Bulgaarse zelfstandigen, respectievelijk 7 en 6 keer meer dan in 2006. Dit blijkt uit cijfers van het Rijksinstituut voor de Sociale Zekerheid van Zelfstandigen (RSVZ) die UNIZO kon inkijken. Hoewel zelfstandigen met een vreemde nationaliteit zeker onze economie en sociale weefsel versterken, maakt UNIZO toch een belangrijke kanttekening.
Bijna de helft van de zelfstandigen uit Oost-Europa heeft geen officieel inkomen meer 3 jaar na aankomst in ons land. “Dit is pure sociale fraude. Via clandestiene netwerken wordt een deel van die mensen naar ons land gebracht met de bedoeling Belgische kinderbijslag, gezondheidszorg en OCMW-steun aan te vragen”, zegt UNIZO-topman Karel Van Eetvelt. De voorbije regeringen namen al maatregelen om deze praktijken in te dijken, maar de problematiek bestaat nog steeds. UNIZO pleit ervoor om buitenlandse zelfstandigen die geen effectieve activiteit kunnen aantonen geen steun meer te geven. Daarnaast moeten vooral de netwerken die deze carrousels organiseren strafrechtelijk worden aangepakt.
In 2014 had iets minder dan een kwart van de starters (23,16%) een vreemde nationaliteit, hun aandeel is sinds 2006 bijna verdubbeld. 4 op 10 zelfstandigen met vreemde nationaliteit woont in Vlaanderen, evenveel in Brussel en 1 op 5 in Wallonië. Vooral grootsteden zoals Antwerpen, Brussel, Luik en Charleroi hebben een hogere concentratie van vreemde zelfstandigen.
Schijnzelfstandigheid
Binnen de groep van zelfstandigen met een vreemde origine zijn vooral uit de Oost-Europese landen heel wat mensen als schijnzelfstandige actief. UNIZO vraagt om deze problematiek in de lopende evaluatie van de reglementering van de schijnzelfstandigheid mee te pakken.