N-VA vraagt volledige terugbetaling borstreconstructie
Eén op de negen vrouwen in België krijgt borstkanker. Hoewel de overlevingskans vrij hoog is, houden heel wat patiëntes er een financiële kater aan over. Vooral als ze voor borstreconstructie kiezen. Enkel voor een reconstructie met siliconen is de terugbetaling aanvaardbaar. Patiëntes die kiezen voor een reconstructie met eigen weefsel – en daar zijn gegronde redenen toe – moeten diep in de portemonnee tasten of verder leven met hun amputatie. N-VA’ers An Capoen (anatoom-pathologe) en Yoleen Van Camp (doctor Medische Wetenschappen) vragen dat ook borstreconstructie met eigen weefsel volledig wordt terugbetaald.
Twee opties voor borstreconstructie
Ruim 10.000 vrouwen worden jaarlijks met de diagnose borstkanker geconfronteerd. In een 2.000-tal gevallen dienen één of beide borsten geamputeerd te worden. Ook vrouwen met een genetische belasting – en dus een hoge kans om later borstkanker te krijgen – kunnen ervoor kiezen om hun borsten preventief te laten verwijderen. Sinds Angelina Jolie daartoe het voorbeeld gaf, stijgt ook in België deze zogeheten ‘profylactische mastectomie’. In beide gevallen hebben vrouwen na de ingreep de keuze om al dan niet hun borsten te laten reconstrueren. Ze hebben daarbij twee opties: reconstructie met siliconen of met eigen weefsel. Steeds meer vrouwen willen zo’n eigenweefselreconstructie maar kunnen dit niet betalen.
Reconstructie met eigen weefsel biedt voordelen
Nochtans biedt een eigenweefselreconstructie belangrijke voordelen. Dr. Capoen: “Bij een zogeheten ‘DIEP-flap’-reconstructie (Deep Inferior Epigastric Perforator flap) wordt eigen buikweefsel van de patiënt gebruikt om de borsten te reconstrueren. Dit levert niet alleen een esthetisch mooier resultaat op, we zien bij zulke ingrepen ook veel minder complicaties, zoals inkapseling en lekkage, hetgeen bij siliconenimplantaten wel voorkomt.”
Ongeveer 50 tot 70 procent van de vrouwen met siliconenimplantaten moet binnen de 5 jaar na de ingreep opnieuw onder het mes door dergelijke complicaties. Ook zonder complicaties moeten vrouwen sowieso om de 10 jaar standaard de siliconen laten vervangen. Niet alleen een pijnlijke herinnering aan de doorgemaakte borstkanker maar ook een terugkerende kost voor de ziekteverzekering.
Aanzienlijk prijskaartje: 4.000 euro
Aan een ‘eigenweefselreconstructie’ zijn dergelijke nadelen niet verbonden maar er hangt wel een aanzienlijk prijskaartje aan de ingreep. “En daar knelt het schoentje”, licht dr. Yoleen Van Camp (N-VA) toe, “In theorie worden beide ingrepen volledig terugbetaald maar het bedrag voor de terugbetaling van een eigenweefselreconstructie ligt belachelijk laag. We spreken hier over microchirurgische ingrepen waar vaak twee plastische chirurgen aan te pas komen en die tot acht uur kunnen duren. De huidige terugbetaling dekt slechts een fractie van de kosten.” Gevolg: de patiënt dient de rest – een slordige 4.000 euro – uit eigen zak te betalen. Organisaties als ‘Benetiet’ zamelen daarom geld in of patiëntes starten individuele crowdfunding om toch hun eigenweefseltransplantatie te kunnen bekostigen.
Herijking nomenclatuur noodzakelijk
Dit kan niet langer, vinden Capoen en Van Camp en ze vragen dat de minister snel uitvoering geeft aan het regeerakkoord, die een zogenaamde herijking van de nomenclatuur voorziet. De nomenclatuur bepaalt de hoogte van het bedrag dat een arts voor een prestatie krijgt. “Als chirurgen voor een eigenweefseltransplantatie een billijke vergoeding krijgen – die de werkelijke operatiekost dekt – moeten patiënten niet langer een lening aangaan of zich in de schulden werken om zich na borstkanker zo’n DIEP-flapreconstructie te kunnen veroorloven. Of zelfs afzien van een reconstructie, niet omdat ze dat willen maar gewoon omdat ze er het geld niet voor hebben. Hoewel dit initieel een investering vraagt om de hogere kost van de eigenweefselreconstructie te dekken, verdient dit zich snel terug aangezien de kost voor de minstens tienjaarlijkse vervanging van siliconenimplantaten terugvalt.”