Opleiding mondzorghygiënist erkennen: eerste stap naar efficiënte preventie en organisatie tandheelkunde
Het is altijd lente in de ogen van de tandartsassistente, zo klonk het in 1995. Twintig jaar later ook in de ogen van de mondzorghygiëniste. Toch als het afhangt van Vlaams volksvertegenwoordiger Caroline Croo en Kamerlid Yoleen Van Camp. Zij wachten vol spanning op de resultaten van de doorlichting van de opleiding ‘Bachelor in de mondzorg’. “De zogenaamde ‘visitatie’ van de opleiding is een stap in het totaaltraject van de erkenning van de opleiding maar nog geen goedkeuring. Eens er witte rook is over de opleiding dringen we daarom aan op een effectieve goedkeuring van de opleiding. Daarbij moet ook de federale wetgeving, het zogenaamde KB 78 uit 1963 dat stelt dat alle handelingen in de mond van een patiënt voorbehouden zijn aan een academisch geschoolde tandarts, aangepast worden”, menen Croo en Van Camp.
Sinds enkele jaren kan men na het secundair onderwijs een opleiding tot tandartsassistent volgen via een opleiding aan de VDAB en met stages in een tandartspraktijk. De tandartsassistent assisteert in de praktijk ‘aan de stoel’ en helpt bij administratieve taken. De tandartsassistent werkt niet in de mond van de patiënt. Die taak is voorbehouden aan de tandarts.
Vlaams volksvertegenwoordiger en tandarts Caroline Croo: “Nochtans zouden bepaalde taken, zoals het verwijderen van tandsteen wel gedelegeerd kunnen worden. Uit een bevraging bij de Vlaamse tandartsen bleek dat de meerderheid van de Vlaamse tandartsen vindt dat er een belangrijke taak is weggelegd voor de mondzorghygiënisten. De universitair opgeleide tandarts kan zich op die manier ook meer toeleggen op de complexe behandelingen die beantwoorden aan de academische opleiding die hij/zij genoten heeft. Daarom dringen we aan op een goedkeuring van de opleiding mondzorghygiënist.”
Bovendien wordt de mondzorghygiënist opgeleid inzake de preventie in de mondzorg, zodat hij of zij uiteindelijk kan instaan voor voorlichting op gebied van mondzorg. Caroline Croo: “Onder meer de sociaal-economisch zwakkere gezinnen zijn daarbij gebaat. Ook het screenen van patiënten in rusthuizen en patiënten met bijzondere noden hoort daarbij. Meer preventieve zorg zou een grote impact moeten hebben op de gezondheidskosten omdat ernstige aandoeningen kunnen voorkomen worden.”
Het Koninklijk Besluit 78 uit 1963 stelt dat alle handelingen in de mond van een patiënt voorbehouden zijn aan een academisch geschoolde tandarts (licentiaat, master, ..). Dat KB moet dus aangepast worden. Yoleen Van Camp zal daarover de minister van Volksgezondheid ondervragen en stelt: “Daarom moet er dringend overleg plaatsvinden tussen de bevoegde Vlaamse ministers van Welzijn en van Onderwijs en de bevoegde ministers van de federale regering. Federaal moet bij hoogdringendheid het KB 78 aangepakt worden om de bachelors in de mondzorg ook de toelating te geven handelingen in de mond te kunnen laten verrichten.”
Het betreft niet zomaar een nieuwe opleiding maar ook een nieuw beroep, dat de organisatie van de tandheelkunde moet verbeteren en uiteindelijk ook de (mond)gezondheid naar een hoger niveau moet tillen. Die moderne organisatie wordt al lang door wetenschappelijke inzichten ondersteund. Tijd dat we het mondzorglandschap ook effectief aanpassen aan de huidige inzichten.