N-VA wil videoverhoor voor strafzaken
N-VA-Kamerlid Kristien Van Vaerenbergh wil dat onze rechtbanken en parketten een verdachte via videoconferentie kunnen verhoren. Nu is dat nog niet mogelijk voor strafzaken. Een verhoor op afstand vermijdt dure en risicovolle transporten van de gevangenis naar de rechtbank.
De huidige wetgeving voorziet geen mogelijkheid om beklaagden of personen in voorlopige hechtenis te verhoren via video. Er zijn slechts twee manieren om te verschijnen voor de raadkamer of de kamer van inbeschuldigingstelling: persoonlijk of vertegenwoordigd door een advocaat. Van Vaerenbergh dient nu een wetsvoorstel in dat ook het verhoor op afstand mogelijk maakt.
“Marc Dutroux overbrengen van de gevangenis naar het justitiepaleis in Brussel kostte de belastingbetaler 100.000 euro. Een smak geld voor een korte zitting die met videoconferentie evengoed vanuit de gevangenis kon plaatsvinden”, vindt Van Vaerenbergh.
Dankzij verhoor op afstand moet de gedetineerde, de beklaagde of de persoon in voorlopige hechtenis niet meer naar de rechtbank worden overgebracht. “Zo’n transport is duur en risicovol. Er moet altijd één begeleider meer aanwezig zijn dan het aantal over te brengen personen. Bovendien begeeft de beklaagde zich buiten de gevangenis; hij kan dit zien als een kans om te ontsnappen”, zegt Van Vaerenbergh.
De begeleiding is voor rekening van de agenten van het veiligheidskorps. Zij halen de gevangenen uit hun cel, brengen de arrestanten naar de rechtszaal en regelen het vervoer van verdachten naar penitentiaire instellingen. Hierdoor hebben ze geen tijd voor de beveiliging van magistraten, griffiers, advocaten en burgers in de gerechtsgebouwen. Het jaarlijks budget voor dit veiligheidskorps bedraagt 20 miljoen euro. De implementatie van de videoconferentie vergt een investering van 90.000 euro per systeem.
Technisch in orde, wettelijk niet
Videoconferentie voor beklaagden is geen wereldvreemd idee. Nederland past het al tien jaar toe. België zette reeds enkele schuchtere stappen. In november 2002 startte er een proefproject in Charleroi en Leuven. Dankzij dit project kon de raadkamer gedetineerden – met hun instemming – verhoren vanuit hun penitentiaire instelling door middel van videoconferentie. Op 10 april 2003 oordeelde de kamer van inbeschuldigingstelling van het hof van beroep van Bergen dat dit onwettig was. Het pilootproject werd na 4 maanden stopgezet. Technologisch was het een succes, maar het bleek onwettelijk in de praktijk.
Voor burgerlijke zaken kan het wel en wordt het reeds toegepast door rechtbanken van Hasselt en Tongeren of het hof van beroep van Antwerpen.
Het federaal parket gebruikt sinds april 2013 videoconferentie ter vervanging van buitenlandse rogatoire commissies. Zo vermijdt ze dure en tijdrovende buitenlandse verplaatsingen om verdachten te ondervragen. In 2010 kostten zo’n 40 rogatoire commissies de belastingbetaler in totaal 320.000 euro.