Steeds meer huisartsen volgen vorming suicidepreventie
De rol van de huisarts in het voorkomen van zelfdoding is heel belangrijk. Om hun preventieve functie te ondersteunen werd in 2010 de hulpverleningslijn ASPHA (advies suïcidepreventie huisartsen) operationeel. Deze ontving vorig jaar gemiddeld 10 oproepen per jaar. Ook organiseren de centra voor geestelijke gezondheidszorg vormingen. Het aantal huisartsen dat zo’n vorming volgde in 2014 lag dubbel zo hoog als in 2013.
Vorig jaar organiseerden de CGG in de verschillende provincies 22 vormingen in suïcidepreventie. In 2013 volgden 197 huisartsen zo’n vorming. Vorig jaar waren dat er 398, voornamelijk in Limburg (152) en Antwerpen (138). Voor dit jaar stonden en staan er in totaal al 15 vormingen op de agenda. Tijdens deze vormingsmomenten gaat er steeds aandacht naar jongeren als specifieke doelgroep: hoe signalen detecteren en hoe ermee omgaan. De rol van huisartsen bij jonge pogers is immers anders dan bij volwassen pogers. Jongeren blijken eerder te gaan praten met leeftijdsgenoten, terwijl ouders wel hulp vragen aan de huisarts voor de problemen die ze ervaren met hun kinderen.
Omwille van het belang van de huisarts in deze problematiek, is zijn inschakeling een kernelement in de strategie van de Zorg voor Pogers (ZSP). De organisatie die de eerste opvang en evaluatie van de jonge poger deed, stuurt de huisarts een rapport met in bijlage een flyer waarin de huisarts wordt gevraagd het gezin actie op te volgen en binnen de twee weken na ontslag uit het ziekenhuis een contact te realiseren.
Voor crisissituaties en wanneer huisartsen te maken krijgen met suïcidale patiënten, kunnen ze beroep doen op de telefonische dienstverlening van ASPHA en dit 16 uur per dag. Daarnaast kunnen zij vragen per mail stellen. Sinds augustus 2012 is de lijn ook bereikbaar voor maatschappelijke werkers, psychologen, zelfstandig gevestigde therapeuten, hulpverleners uit de ouderenzorg, CLB- en CAW-medewerkers… Kortom, elke hulpverlener met vragen over het bespreken van suïcidaliteit bij zijn of haar cliënten en patiënten.
Uit cijfers die Vlaams volksvertegenwoordiger Katrien Schryvers opvroeg bij Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen blijkt dat het aantal oproepen dat toekomt bij ASPHA eerder gering blijft.
“Vlaanderen telt nog altijd hoge suïcidecijfers,” zegt Schryvers, “We moeten dus blijven inzetten op preventie en dus ook op de bekendheid van de hulpverleningslijn ASPHA. Huisartsen en hulpverleners spelen immers een belangrijke rol in de preventie van zelfdoding. Dat het aantal huisartsen dat opleiding volgt stijgt, is alvast een positief gegeven.”