33 Vlaamse gemeenten erkend als slachtoffer van natuurramp in juli 2014. Franesco Vanderjeugd dringt aan op snelle afhandeling en uitbetaling schadedossiers
Midden vorige zomer (van 27 tot 29 juli 2014) werd Vlaanderen getroffen door zware regenval. Zowat 50 Vlaamse steden en gemeenten dienden een aanvraag tot erkenning van noodweer in. Uit het antwoord van Vlaams minister-president Bourgeois op een schriftelijke vraag van Vlaams volksvertegenwoordiger Francesco Vanderjeugd blijkt nu dat de inwoners uit 33 Vlaamse gemeenten in aanmerking komen voor een financiële tussenkomst voor eventueel geleden schade. “Als de vooropgestelde timing wordt gehaald, zouden de slachtoffers in de herfst hun geld al moeten hebben”, aldus Vanderjeugd.
Door de zesde staatshervorming zijn de gewesten sinds 1 juli 2014 bevoegd voor de behandeling en opvolging van de wet ‘betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen’. Nog geen maand later werd Vlaanderen reeds geconfronteerd met een driedaagse van extreem zware regenval. Tientallen Vlaamse steden en gemeenten vroegen in naam van hun inwoners via de gouverneur om te kunnen vallen onder de wet betreffende natuurrampen.
West-Vlaanderen het zwaarst getroffen
Het KMI (Koninklijk Meteorologisch Instituut) formuleerde op basis van de wettelijk bepaalde criteria en de analyse van pluviometers en radargegevens, dat er voor 33 Vlaamse gemeenten inderdaad sprake was van natuurverschijnselen met een uitzonderlijk karakter. Met 17 van de 33 gemeenten op de lijst is de provincie West-Vlaanderen veruit het zwaarst getroffen.
De inwoners van volgende gemeenten komen dan ook in aanmerking voor tussenkomsten van het rampenfonds:
– Limburg: Bocholt, Hechtel-Eksel, Houthalen-Helchteren, Lummen, Maaseik, Neerpelt, Peer en Tessenderlo
– Vlaams-Brabant: Diest, Glabbeek, Hoegaarden, Kortenberg, Lubbeek, Tielt-Winge en Tienen
– Oost-Vlaanderen:Aalter
– West-Vlaanderen:Ardooie, Brugge, Hooglede, Ieper, Ingelmunster, Izegem, Knokke-Heist, Langemark-Poelkapelle, Ledegem, Lichtervelde, Meulebeke, Moorslede, Pittem, Roeselare, Tielt, Wingene en Zonnebeke.
Centen volgen in oktober
Francesco Vanderjeugd vroeg de minister-president ook naar een concrete timing qua terugbetaling. In de loop van februari zal het dossier op het kernkabinet van de Vlaamse Regering besproken worden, waarna het erkenningsbesluit gepubliceerd zal worden in het Belgisch Staatsblad in maart 2015. Vanaf de publicatie heeft elke inwoner van die gemeente drie maanden de tijd om zijn/haar schadedossier in te dienen. De tussenkomsten zelf zouden wellicht verleend worden vanaf oktober 2015 en worden geraamd op 1,1 miljoen euro.
“Dit dossier is de eerste test voor de Vlaamse Regering, nadat ze bevoegd is geworden voor het Rampenfonds. Als de vooropgestelde timing wordt gehaald, zou dit alvast een hoopgevend signaal zijn voor slachtoffers van natuurrampen om in de toekomst sneller hun schadevergoeding te krijgen”, aldus Vanderjeugd. “Ik reken op de minister-president om die ambitie waar te maken.”
Over de zware pinksterstorm van 2014, die plaats had vóór de inwerkingtreding van de zesde staatshervorming en dus in onderzoek is op federale niveau, is nog geen informatie beschikbaar.