...

Krakelingen en Tonnekensbrand 22.2.2015 Geraardsbergen

krakelingenKrakelingen & Tonnekensbrand 22.2.2015 Geraardsbergen. Eén dag feest, een heel jaar voorbereidingen.

Eind januari verschijnen de grote aankondigingsborden op de invalswegen naar Geraardsbergen, de vlaggen in de hoofdstraten, de krakelingen in de versierde etalages…

Het moment waarop de vrijwilligers van het Krakelingencomité steevast aangesproken worden met:

– Jullie zullen zeker stilaan weer aan het Krakelingenfeest gaan beginnen?
Niets daarvan! Het Krakelingencomité is al met de voorbereiding van de hoogdag van 22 februari 2015 bezig sedert … maart 2014! De laatste krakeling van 2014 is nog maar net geworpen, de laatste gensters van de Tonnekensbrand zijn nog aan het smeulen of het Comité haalt op een evaluatievergadering notities, foto- en filmmateriaal boven om de voorbije editie grondig te bespreken en te onderzoeken hoe het volgend jaar nóg beter kan!

Draaiboek
Aangezien de historisch-volkskundige stoet sedert de vernieuwing van het Comité in 1992 elk jaar een gedeeltelijke facelift krijgt, komen bij de eerste vergadering in maart – soms zelfs al vroeger! – ook al de eerste suggesties voor een nieuw thema boven. Ieder comitélid kan voorstellen formuleren en meteen rijst de vraag hoe je het thema in een voortschrijdende stoet kan verwerken. Tegelijk start ook het historisch en volkskundig onderzoek rond de voorgestelde thema’s. Binnen het comité werden al twee boeken over het feest uitgegeven: Krakelingen en Tonnekensbrand in Geraardsbergen. Een eeuwenoud verhaal (1994) en Erfgoed van de Mensheid in Geraardsbergen. Krakelingen en Tonnekensbrand (2012). Daarnaast zijn er nog de talloze publicaties over het Geraardsbergs erfgoed en de geschiedenis (de tijdschriften Gerardimontium en Het Land van Aalst en de talloze monografieën) waaruit de comitéleden díe gegevens distilleren die de regisseurs kunnen inspireren en die bij de keuze van de kostumering en bij de realisatie van accessoires door de Technische Dienst van belang kunnen zijn. In principe moet dit documentatiewerk vóór de zomer afgerond zijn: na enkele vergaderingen in april en mei hakt het Comité ten laatste in juni de knoop door over het algemeen concept van de stoet. Uit de verzamelde documentatie kiest men de feiten of situaties die in de nieuwe stoet zullen uitgebeeld worden. Daarop wordt het wetenschappelijk onderzoek verfijnd in functie van de eerste regievoorstellen. De volgende maanden is er voortdurend overleg om een goed evenwicht te vinden tussen de historisch-volkskundige realiteit en de creativiteit die een dergelijke stoet aantrekkelijk moet maken. Alles verloopt volgens een draaiboek dat op twee decennia ervaring gebaseerd is.

Technisch
Tegen september is de regie in grote lijnen klaar en krijgt de Technische Dienst de ontwerpen voor de nodige wagens en/of accessoires: oude foto’s of kopieën van archiefdocumenten, schetsen … en (alweer) veel overleg over wat technisch mogelijk is en wat historisch juist is!
Kort daarop start de administratie met de uitnodigingen naar scholen en verenigingen. De “dragende” rollen zijn dan al toegewezen aan zorgvuldig geselecteerde acteurs en actrices maar de jongste jaren kan het comité daarnaast een beroep doen op een duizendtal (!) enthousiaste figuranten.

Kostuums
Wie wil deelnemen, moet een matentabel invullen want kort na Nieuwjaar trekt het Comité naar een gespecialiseerd huis voor verhuur van historische kledij: de jongste jaren gaat het over een duizendtal kostuums, eventueel met accessoires (wapen, handschoenen, handtas …) aangevuld! Elk krijgt een afzonderlijk etiket met de naam van de figurant voor wie het bestemd is. Twee dagen vóór het feest hangen vrijwilligers en stadspersoneel al deze kostuums netjes op nummer, zodat op Krakelingendag elke figurant snel kan bediend worden.
Intussen is – nog altijd in januari – de hele stoet ook doorgenomen door de verantwoordelijke voor grime en pruiken: van elke deelnemer moet zij vooraf weten of en hoe hij/zij moet geschminkt worden, of hij/zij een pruik moet dragen (zo ja, welk type, welke kleur), of er een hoofddeksel voorzien is…

En dan hebben we het nog niet gehad over de geluidsregie, de affiche, de folders, de teksten voor de commentatoren, de persteksten, de repetities…
… maar de UNESCO-erkenning blijft het hele Comité motiveren!

Louis & Anne-Marie De Cock-Vanden Herrewegen