Therapie voor mannelijke slachtoffers van seksueel geweld loopt twintig jaar achter
“Als we slachtoffers van seksueel geweld beter opvolgen, kunnen we het aandeel dat later tot dader evolueert of opnieuw slachtoffer wordt, terugdringen. Maar er is nog een lange weg te gaan.” Dat stelt Leni De Mulder (23) in haar masterproef over seksueel geweld tegen mannen.
“De jongste decennia komt er steeds meer onderzoek naar seksueel geweld tegen mannen, maar de therapie voor mannelijke slachtoffers loopt zeker nog twintig jaar achter op haar vrouwelijke tegenhanger”, verklaart De Mulder. In Zweden opende vorig jaar een noodcentrum voor mannelijke slachtoffers van seksueel geweld. “Dat is een goed begin, maar er is nog een lange weg te gaan.”
Daten en drinken
Ook aan preventie wordt te weinig gedaan. Op een aantal plaatsen is het risico op seksueel geweld groter zoals in instellingen, internaten, scholen, asielcentra of binnen de Kerk. Kortom, overal waar mogelijke slachtoffers in een zwakkere positie zitten. “Het is belangrijk dat de omgeving daar aandacht voor heeft, zodat er vroeg ingegrepen kan worden”, legt De Mulder uit.
Bij adolescenten merk je dan weer dat de invloed van drank en drugs een groot risico inhoudt. “Bij studenten zie je meer seksueel geweld bij het daten, zoals jongens of meisjes die te ver gaan, en daders of slachtoffers onder invloed. Wanneer het slachtoffer een vrouw is, spreekt men meteen van verkrachting maar wanneer het slachtoffer een man is en de dader een vrouw, gaat men al snel relativeren”, zegt De Mulder. “Dat meisje had gewoon wat te veel gedronken”, is een vaak gehoorde uitleg. “Terwijl dat voor die man even traumatiserend kan zijn”, aldus De Mulder.
Ongewenste opmerking
We horen weinig over seksueel geweld bij mannen terwijl het toch vrij frequent voorkomt. De vooroordelen zijn enorm groot waardoor het misbruik vaak verborgen wordt gehouden. “Het idee dat mannen niet verkracht kunnen worden omdat ze altijd van seks houden of dat ze dat helemaal niet erg vinden, moet de wereld uit”, stelt De Mulder.
“Mannen die al eens seksueel geweld ervaren hebben, blijken zelden of nooit hulp te zoeken of aangifte te doen. Soms minimaliseren ze ook wat er gebeurde en zien ze dat zelf niet als aanranding”, gaat De Mulder verder.
Seksueel geweld is meer dan enkel verkrachting. Het is elke seksuele handeling, ongewenste opmerking of toenadering of andere daad tegen de seksualiteit door middel van dwang. Dwang kan zowel geweld zijn als psychologische intimidatie, chantage of bedreiging. Ook wanneer het slachtoffer geen toestemming kan geven, bijvoorbeeld omdat die onder invloed is, gedrogeerd, wilsonbekwaam of slaapt, spreken we van seksueel geweld.
Schaamte
De groep mannelijke slachtoffers bestaat voor een groot deel uit kinderen omdat volwassen mannen de feiten vaak niet melden. “Als het om kinderen gaat, reageert de omgeving veel sneller en heftiger. Volwassen mannen zijn bang dat ze niet geloofd worden of dat hun situatie niet erkend wordt door de maatschappij”, verklaart De Mulder.
Bij de mannelijke slachtoffers zijn er nog altijd meer mannelijke dan vrouwelijke daders. “Vaak is het slachtoffer nog extra beschaamd wanneer de dader een vrouw is en wordt er daarom amper melding van gemaakt. Je hebt hier dan ook meer seksueel geweld dat te maken heeft met homohaat of waar transgenders bij betrokken zijn.”
“De maatschappij moet laten zien dat slachtoffers van seksueel geweld zich niet moeten schamen”, meent De Mulder. “Seksueel geweld bij mannen bestaat en het moet voor slachtoffers duidelijk zijn waar ze daarmee terechtkunnen. Er bestaan getuigenissen van mannen die durven klacht indienen en vervolgens uitgelachen worden.”
Terwijl zij volgens De Mulder juist belang hebben bij een gespecialiseerde therapie. Slachtoffers die de gebeurtenissen geen plaats kunnen geven, zullen een groter risico lopen om later opnieuw slachtoffer te worden of zelfs dader van seksueel geweld. “Als we slachtoffers beter opvolgen, kunnen we het aandeel dat later tot dader evolueert terugdringen”, besluit De Mulder.
© 2016 – C.H.I.P.S. StampMedia – Emily Van Campenhout